Vrouwelijke vertalers van kleur als postkoloniaal verzet
In dit artikel onderzoekt dichter en vertaler Nisrine Mbarki de machtsstructuren en onderdrukkingssystemen die ten grondslag liggen aan de ongelijkheid en dubbele moraal waar vrouwelijke vertalers van kleur in het veld mee te maken krijgen. Ze werpt een kritische blik op bestaande dynamieken in de vertaalpraktijk en doet belangrijke aanbevelingen om deze gezonder en rechtvaardiger te maken.
Vrouwelijke vertalers van kleur als postkoloniaal verzet
The master’s tools will never dismantle the master’s house. Audre Lorde
Language carries culture, and culture carries, particularly through orature and literature the entire body of values by which we come to perceive ourselves and our place in the world. Ngũgĩ wa Thiong’o.
Schrijven over vertalen is schrijven over meertaligheid. Het dagelijkse leven van een meertalige schrijver en vertaler, als ik, kan geïllustreerd worden door de volgende voorbeelden; met mijn beste vriendinnen spreek ik Palestijns en Irakees, met mijn moeder en vader spreek ik Darija, het Marokkaans Arabisch, met mijn zoon, siblings en hun kinderen spreek ik een hybride vorm van Darija en Nederlands, met mijn nichtjes en een aantal tantes spreek ik Frans, met mijn grootmoeder en andere tantes spreek ik Tasjlhiet, de Amazigh variant uit het zuiden van Marokko, en in mijn vriendenkring spreken we Engels vermengd met Frans, Arabisch en een aantal andere talen, depending on the people en the heritage languages die we beheersen. Mijn academische studie en werk zijn ook in het Engels. Op een gemiddelde dag spreek ik minimaal drie van deze talen tegen anderen maar met mezelf spreek ik ze allemaal zonder na te hoeven denken. Deze realiteit is voor een hele generatie Europeanen een tweede natuur, en is het directe gevolg van kolonisatie en migratie.
Bovenstaande schets heeft direct betrekking op vertalen en de hedendaagse vertaalproblematiek rondom vraagstukken als decoloniality and translation theories. Het heeft alles te maken met vertalen omdat de ik, in dit geval Nisrine Mbarki maar het had ook Canan Marasligil of Mona Kareem kunnen zijn, geen ander mens is dan IK de dichter, de moeder, de vriendin, de programmamaker, de redacteur, de dochter, de schrijver, de kleindochter en de vertaler. Meertaligheid en vertalen leerde ik niet als student toen ik een nieuwe taal leerde of een professionele keuze maakte, het is een essentieel onderdeel van mijn wezen, het zit in mijn DNA. Wij, meertalige mensen, zijn geboren als vertalers omdat er geen monolingualiteit bestaat in onze directe omgeving. In één taal parler et écrire c’est un prison, بحال الى تقطع لساني, it means I have to reduce my whole being into a small part of me.
De meeste mensen en gemeenschappen op de wereld zijn meertalig en toch worden wij constant gedomineerd door het nationalistische en imperialistische concept van eentaligheid. Eentaligheid werd ingezet als machtsmiddel, of zoals de Keniaanse filosoof Ngũgĩ wa Thiong’o schrijft: “Colonial powers imposed languages to strike at the thing that bound communities, and to control memory”. Deze hegemonie ondermijnde de autonomie van de bestaande culturen en beschavingen, en momenteel ondermijnt het de talige diversiteit binnen onze huidige maatschappij en in de literatuur. De effecten van dit geïmplementeerde koloniale gedachtengoed is dagelijks voelbaar en ervaar ik als mens, schrijver en vertaler als gewelddadig, omdat die ontkent wie ik ben, omdat het mijn meertalige schrijverschap onderdrukt, omdat het de nuance in mijn vertaling ondermijnt en omdat ik verplicht ben mij monolinguaal op te stellen.
De literatuur en het vertaalvak zijn niet ontsnapt aan deze gewelddadige taalideologieën. Het debat over dekolonisatie wordt hevig gevoerd in de samenleving en de discussie over kleur en vertalen is het logische gevolg hiervan. Met grote verbazing lees en luister ik naar deze discussies die ik als absurd ervaar, absurd omdat ik lang dacht dat we binnen werkgebieden als linguïstiek, vertaalwetenschappen en literatuur gevrijwaard waren van deze vernauwing van de geest, tenslotte waren wij bezig met taal, literatuur en verbeelding. Misschien was ik in ontkenning, wellicht omdat ik dacht dat we binnen het vakgebied van de literatuur niet gevoelig zijn voor deze gruwelijke uitsluitende patronen, of dacht dat ze achter ons lagen. De realiteit is echter anders, vertalers en schrijvers zoals ik ervaren regelmatig het geweld van de eenzijdige en eentalige blik van het literaire veld, door de superieure houding van de redacteuren en uitgevers die zijn oorsprong heeft in dezelfde dominantie en machtsstructuren.
Now at this distance, having understood the racist nature of monolingualism in the literary context, I find myself in the company of a nation of multilingual poets and translators – from the Western modernists like Goethe and Pessoa and Rilke to the émigré writers of modern and contemporary literatures. Mona Kareem
Een jaar of vier geleden besloot een aantal vrouwelijke collega’s hun verhalen met elkaar te delen. Een collega belde op dat er N-woorden in nieuwe vertalingen van zwarte vrouwelijke Amerikaanse collega’s stonden. We spraken met elkaar en voordat we het wisten hadden we ontelbare voorbeelden van verhalen over onze ervaringen met uitgevers en redacteuren, ervaringen waarvan we altijd dachten dat we de enige waren die ze hadden. Stelt u zich het volgende voor: u wordt gevraagd een boek te vertalen van een vrouwelijke kunstenaar en schrijver. U vertaalt een boek en uw vertaling wordt zonder dat met u te overleggen en zonder toestemming naar een witte mannelijke collega gestuurd om hem te ‘redigeren’. U krijgt een tekst terug waarin u zichzelf niet herkent, u voelt zich vreemd, het zijn uw woorden maar dan verpakt, uw woorden met een smeuïge kaassaus, uit een pakje, eroverheen gegoten zodat het lekker weg eet. En dat terwijl de brontekst in Engelse spreektaal en slang is geschreven, iets wat u in uw vertaling probeert te handhaven. Uitzonderlijk of onacceptabel, kunt u denken; regelmatig valt dit voor, is mijn antwoord.
Een ander voorbeeld is een vertaling van een semi-academisch werk van een zwarte vrouwelijke denker die bepalend is geweest voor een hele generatie. U doet uw werk en levert de vertaling in, u wacht op een reactie van de redacteur om aan de herschrijfronde te beginnen en uw werk wordt wederom naar een witte collega gestuurd om er een blik op te werpen en te herschrijven. Wederom zonder toestemming, en uiteindelijk wordt u niet betaald voor de klus en wordt een witte collega ingehuurd om de klus te klaren, want het was niet goed genoeg en dit ondanks dat u een proefvertaling maakte waarmee de uitgever en redacteur akkoord waren. Ongebruikelijk? Nee. Ook als ik poëzie vertaal overkomt me hetzelfde. De redenen die door deze redacteuren worden gegeven zijn: om de tekst wat strakker te maken, wat gladder, wat begrijpelijker, wat soepeler te laten lopen. De grote vraag is: maar voor wie? “Nou, meer geschikt voor de doorsnee Nederlandse lezers.”
Ongegeneerd zeggen redacteuren dit, zich niet beseffende dat zij het savior complex blijven uitoefenen zoals hun voorgangers dat hebben gedaan, zich onbewust van de racistische inborst van hun houding, onbewust van de denigrerende toon van hun ‘goedbedoelde’ werk, onbewust van het kwaad dat ze mij en mijn vakgebied, de tekst en de literatuur aandoen, onbewust van de superieure attitude die ze belichamen. Het gaat altijd om de tekst, dat weet ik als geen ander aangezien ik ook schrijver, dichter en redacteur ben. De vraag is echter: waarom vraagt u nooit om toestemming? Waarom is het zo dat mijn tekst altijd strakker moet, altijd beter kan, verbeterpunten heeft, altijd te min is voor jou, beste redacteur, uitgever? Waarom denkt u het recht te hebben om pejoratieve, maatschappelijk beladen begrippen zoals het N-woord te mogen gebruiken? Kent u uw geschiedenis eigenlijk wel? Waarom telt uw mening en de mijne niet? Waarom gaat u niet met mij in gesprek? Waarom denkt u dat u altijd gelijk heeft? Spreekt u mijn talen? Heeft u inzicht in mijn vertaalproces en de specifieke keuzes die ik als vertaler maak? Kent u mijn taalregisters? Weet u wat het verschil is tussen Soedanees en Maghrebijns? Weet u welke vertaaltheorieën ik aanhang? Wat weet u eigenlijk van de Arabische queergemeenschap? Weet u het verschil tussen ’47 en ’67? Vertrouwt u mij wel? Waarom heeft u mij eigenlijk gevraagd om deze vertaling te maken? Kent u mij eigenlijk wel?
De antwoorden zijn pijnlijk. Uit ervaring kan ik zeggen dat Arabische teksten vaak lyrischer, archaïscher, politiek correcter, eenduidiger en begrijpelijker worden vertaald dan ze werkelijk zijn. Alles voor de doorsnee Nederlandse (westerse) lezer, de mens die de wereld correct denkt te zien, de wereld eenduidig ervaart en geen verwarring wil. De meertalige mens, die telt niet, terwijl de teksten in de brontaal vaak door deze mensen geschreven worden, mensen zoals wij. Paradoxaal, isn’t it. De westerse dominante stem in de belichaming van de redacteur is nog steeds de norm en daarom noem ik vertalen een geopolitieke kwestie.
Faire l’éloge de la traduction n’est pas ignorer qu’elle est domination. C’est célébrer le pluriel des langues et leur égalité. (…) C’est dire que, contre l’asymétrie coloniale, (le travail du traducteur) est aussi force décolonisatrice. Souleymane Bachir Diagne
Het resultaat van dit soort neokoloniale praktijken binnen mijn vakgebied is dat alle nuance, gelaagdheid en details die je als meertalige vertaler van kleur – dus iemand die thuis is in verschillende tradities, culturen, werelden, talen en universa – uit je tekst worden geschrapt zonder besef van de schade. Nuances en gelaagdheden worden als inconsequenties gezien, synoniemen worden als ambigu ervaren, intertekstualiteit wordt als verwarrend ervaren, de poëtica wordt voor het gemak gladgestreken, de plaats van de dichter in het literaire landschap van de brontaal wordt over het hoofd gezien. De reden voor deze kaalslag is dat het dominante narratief geen ruimte wil maken voor de levende, geschakeerde, meertalige stem van de nieuwe vertalers. Onderdrukking van deze stemmen betekent het in stand houden van machtssystemen die hun oorsprong in een koloniaal gedachtegoed hebben. Onderdrukking betekent geweld, misschien een woord dat u niet direct met vertalen associeert, maar onderdrukking betekent altijd geweld.
The b-word and the n-word are like poison, whether you take poison from a vial or pour it into Bavarian crystal, it still is poison. Maya Angelou
Als vertaler zet je alles in wat je weet, wie je bent, eigenlijk je hele wezen als het om het vertalen van poëzie gaat, wat mij betreft. Ik ben altijd een vertaler, dag en nacht, omdat mijn leven zich in al mijn talen afspeelt. Dit is wie we zijn, neem een taal weg en u neemt een deel van ons weg. De culturele dominantie die u bezigt binnen ons vak ontneemt ons onze (vertaal)stem. Wel hierom wil ik graag mijn vakgebied dekoloniseren, door de praktijk inzichtelijk te maken. Wij zijn niet meer bereid om ons te laten paternaliseren door u, wij willen niet meer conformeren, wij erkennen de machtssturen in onze postkoloniale samenleving maar doorbreken die, the language hierarchies die u hanteert gaan niet meer op voor ons, the dominant language legacies van uw voorvaderen mogen van hun grafrust genieten. U zult de linguïstische diversiteit van onze huidige samenleving moeten onderkennen. Dekolonisatie van ons vakgebied vereist dat we bereid zijn om de machtsdynamieken en hiërarchie, die voor deze diepe ongelijkheid zorgen, te deconstrueren.
Mijn dierbare collega’s, wij moeten zien dat we ons verzoenen met de linguïstische erfenissen van ons verleden. De wereld is veranderd en het is tijd dat u uw ogen opent en dat we de kaarten op tafel leggen, herverdelen, huilend wellicht, maar moet het gebeuren. Ik nodig uit tot deze ontmoeting.
Bibliografie
Bertacco, Simona. Language and Translation in Postcolonial Literatures: Multilingual Contexts, Translational Texts. Routledge, 2014.
Bassnett, Susan & Harish Trivedi (Red.). Postcolonial translation. Theory and Practice. Routledge, 1999.
Diagne, Souleymane Bachir. De langue à langue : l’hospitalité de la traduction. Albin Michel, 2022.
Diagne, Souleymane Bachir. Postcolonial Bergson. Fordham University Press, 2019.
Spivak, Gayatri Chakravorty. The Politics of Translation, the translation studies reader. Routledge, 2000.
Thiérard, Hélène. "Multilingual Literatures and the Production of Universality Through Translation: Cassin, Diagne, Tawada". Minor Universality / Universalité mineure. De Gruyter, 2023.
Thiong'o, Ngũgĩ wa. “Decolonizing the mind, the politics of language in African Literature”. East African Educational Publishers, 1988.
Von Flotow, Luise. Translation and gender: translating in the ‘Era of Feminism’. Routledge, 1997.