Het vertalen van literaire non-fictie uit het Nederlands: brononderzoek en andere ongemakken

Gepubliceerd: 28 januari 2025 | Bijgewerkt:11 februari 2025

In dit stuk vertelt Michele Hutchison over haar ervaringen met het vertalen van literaire non-fictie uit het Nederlands en in het Engels. De specifieke uitdagingen waar ze op ingaat zijn het doen van aanvullend onderzoek, bestaande vertaalnormen en -conventies, en de omgang met citaten en fouten in de brontekst. Daarnaast bespreekt ze de overeenkomsten tussen het vertalen van non-fictie en fictie en deelt ze nuttige tips en adviezen.

Voorafgaand aan mijn carrière als literair vertaler heb ik als acquirerend redacteur bij een aantal toonaangevende uitgeverijen bijna alle volwassen genres uitgegeven: van vertaalde fictie tot memoires en reisverhalen, van historische boeken tot weinig verkopende poëzie. Ik kende geen onderscheid tussen literaire fictie en literaire non-fictie, het ging er altijd om een goed boek uit te geven. Als vertaler ben ik met dezelfde denkwijze begonnen. Het moet gewoon een goed boek zijn, met voldoende uitdagingen om het vertaalproces plezierig te maken. Inmiddels heb ik net zo veel non-fictie vertaald als fictie, en ook evenveel kinderboeken en graphic novels.

Wat me opvalt als ik terugkijk is dat er veel meer aanzien is voor het vertalen van literaire fictie, en dat vertalers van non-fictie en kinderboeken vaker ondergewaardeerd zijn. Dit is ook terug te zien in naar wie de vertaalprijzen gaan. Mijn collega’s die vooral of uitsluitend non-fictie vertalen, krijgen minder erkenning.

Aanvullend onderzoek 
Non-fictie vertalen is niet per se makkelijker dan fictie vertalen. Waar ik als beginnend literair vertaler te weinig rekening mee hield, was hoeveel tijd er in aanvullend onderzoek gaat zitten. Soms is dit een boeiend onderdeel van het vak. Bij het vertalen van Wieren van Miek Zwamborn (The Seaweed Collector’s Handbook, Profile Books, 2020) was ik wekenlang bezig met onderzoek, zo aanstekelijk was het onderwerp. Ik ging helemaal op in het boek en terwijl ik feiten naliep, keek ik vol bewondering naar arthousefilms over wieren, bestudeerde ik victoriaanse textielontwerpen met wierenpatronen en werd ik in beslag genomen door alle ontwikkelingen op het gebied van algenkweek voor voedselproductie en andere ecologische toepassingen. Het was zo interessant allemaal dat ik letterlijk twee keer zo lang over het boek deed als ik berekend had in mijn planning.

De redacteur bij Profile Books in Engeland raakte ook helemaal in de ban van wieren en kwam met suggesties voor extra stof. Er konden een paar hoofdstukken bij in het Engels. Het bleek het meest praktisch om naar Mull in Schotland te reizen, waar Miek woont, om samen met haar al het aanvullende materiaal te schrijven (en toe te voegen aan de tekst). De Engelse editie is daarom een stuk langer en uitgebreider dan het oorspronkelijke boek.

Het is niet ongebruikelijk om non-fictieboeken in de vertaling uit te breiden met nieuwe inzichten of met materiaal specifiek voor het doeltaalland. In het Engels komt het in bijna elk non-fictieproject wel in enige mate voor. Valuta en metrische systemen moeten aangepast worden, maar concepten en begrippen ook, en vaak moet je extra uitleg de tekst in smokkelen. Wat voor een Nederlander vertrouwd is, kan vreemd, vervreemdend of onbegrijpelijk overkomen voor mensen uit een ander land. Iets dat geschreven is vanuit Nederlands perspectief kan ook zelfs beledigend zijn (iets dat ook vaak voorkomt bij fictie). Het gaat hier niet om censuur per se maar om de tekst aanpassen aan de doelgroep.

Als vertaler probeer je de inhoud en de ideeën zo goed mogelijk over te brengen. Het is vaak zo dat andere voorbeelden nodig zijn. In een recente non-fictievertaling voor kinderen in Noord-Amerika (Mushrooms and Co., Greystone Press) zijn paddenstoelen en schimmels die voorkomen in de Lage Landen vervangen door Amerikaanse equivalenten, met hulp van een mycoloog (ingehuurd door de uitgever). Hier is sprake van wat in de Engelstalige wereld versioning wordt genoemd, of lokalisatie – een versie maken waarin je specifieke Nederlandse aspecten vervangt door internationale of voor het doelpubliek bekende voorbeelden. Ook moesten grappen en woordspelingen die te maken hadden met de namen van de schimmels vervangen worden. Dit doe je allemaal in dezelfde schrijfstijl, en in overleg met de schrijver en redacteur. Als vertaler moet je onzichtbaar blijven.

Soms is lokalisatie of aanpassing van de tekst een voorwaarde voor de aankoop van de rechten. De schrijver wordt dan in een vroeg stadium benaderd om zelf het werk te verrichten. Soms komt het pas later bij de vertaler terecht. Jouw werk als vertaler wordt dan co-creatie, hoewel dat niet in het colofon staat vermeld. Het wordt gezien als onderdeel van het vertaalwerk. Voor The Seaweed Collector’s Handbook werd al het extra materiaal verrekend op basis van mijn woordtarief.

Specialismen
Met een specialistisch onderwerp zoals paddenstoelen of wieren ben je lang bezig met het opzoeken van de correcte terminologie in jouw taal en leren hoe alles precies in elkaar zit, zodat je geen inhoudelijke fouten introduceert. Het is dus belangrijk dat je affiniteit hebt met het onderwerp en dat je zeker weet dat je het kunt begrijpen. Ik houd van de natuur, maar ook van kunst en cultuur: Wieren was me op het lijf geschreven. Ik zou nooit een opdracht aannemen over iets wat ik niet begrijp zoals kwantumfysica of auto’s of rechtse politiek. Wees niet overmoedig en neem bijvoorbeeld geen opdracht filosofie aan als je niets van filosofie weet.

Als je wel iets weet over een onderwerp verbreed en verdiep je je kennis ontzettend tijdens het vertalen van het boek. Soms grap ik dat ik een ‘tijdelijke expert’ in iets ben. De sneue waarheid is dat je al die zuurverdiende expertise twee boeken later meestal alweer kwijt bent.

Ik vertaal tegenwoordig veel kunstessays voor museale uitgaves en daar bouw ik steeds meer kennis mee op. Bij beschrijvingen van kunstwerken moet je de kunstwerken kunnen zien, maar dit geldt niet alleen voor kunst. Bij alles wat je moet visualiseren is het nuttig om beelden ook op te zoeken. Beeldonderzoek kost ook veel tijd. Gelukkig geniet ik daar enorm van, waardoor ik zulke klussen zelfs opzoek.

Kortom, er is vrijwel niets dat je kunt vertalen zonder aanvullend zoek- en speurwerk. In dit opzicht lijken fictie en non-fictie op elkaar, maar de mate waarin je dingen moet opzoeken is in de meeste gevallen hoger bij non-fictie.

Literatuur 
Er zijn andere overeenkomsten tussen de genres. Het ELV vroeg me naar mijn ervaringen met specifiek literaire non-fictie, wat ik interpreteer als non-fictie waar de stijl even belangrijk is als de inhoud. Vertaler Engels-Nederlands Jelle Noorman schrijft in zijn stuk voor de kennisbank dat literaire non-fictie ‘de stilistische kenmerken van fictie’ moet hebben en dat klopt. Voor vertalers in het Nederlands is het belangrijk om de moeilijkheidsgraad van literaire non-fictie te kunnen beargumenteren in verband met het aanvragen van projectsubsidies. Vertalers uit het Nederlands mogen geen subsidieaanvragen indienen, ook al wonen ze in Nederland, waardoor de vraag ‘literair of niet?’ weinig invloed heeft op onze portemonnee. Voor de buitenlandse uitgevers zijn er wel vertaalsubsidies op te halen bij het Letterenfonds, mits het boek de nodige kwaliteit heeft en de vertaler op de lijst van geaccrediteerde vertalers staat.

Als de stijl waarde toevoegt aan het boek, of als het op een specifieke doelgroep gespitst is, moet je daar als vertaler natuurlijk rekening mee houden. Bij mijn vertaling van Valentijn Hoogenkamps transgender memoir Antiboy (Seagull Books, 2024) vond ik het belangrijk om de verbazing en woede in de vertelstem te behouden waardoor de stijl soms opzettelijke ruwe kanten heeft om emoties te tonen. De droge stijl van informatieve non-fictie zou vloeken met de inhoud, net als een al te hoog of gepolijst register.

Normen en conventies 
Bij Annejet van der Zijl’s De Amerikaanse Prinses (An American Princess: The Many Lives of Allene Tew, AmazonCrossing 2018) was de vlotheid van de vertelling zeer belangrijk. Het is een toegankelijk boek voor een breed leespubliek, en mijn best verkochte vertaling (van bijna al mijn vertalingen zijn er minder dan 1000 exemplaren verkocht). Er kwam iets anders om de hoek kijken bij deze vertaling, namelijk andere normen in het notenapparaat.

De Amerikaanse uitgever was zeer zorgvuldig met feiten checken (er was ook een libel reading – een lezing door een jurist op risico van smaad). Ze wilde aanvullende informatie over de bronnen, inclusief alle paginanummers bij citaten. De paginanummers waren niet in de Nederlandse editie opgenomen, omdat dat hier niet noodzakelijk is bij een populaire biografie. Het opzoeken en toevoegen van alle paginanummers en aanvullende informatie betekende enorm veel extra werk voor de schrijver, maar ook voor de redactrice en deze vertaler. Met zijn drieën hebben we op het kantoor van Uitgeverij Querido gezeten met Annejets dozen vol papieren, fotokopieën, kranten en onderzoeksmateriaal. Alle hens aan dek.

Wankelende citaten 
Citaten uit andere talen, die vervolgens in het Nederlands zijn vertaald, zijn ook een bron van veel extra werk en frustratie. Als het gaat om citaten uit de doeltaal van de vertaling moet je terug naar de oorspronkelijke teksten en zelf alles eruit vissen. Voor een non-fictieboek moest ik een hele plank aan secundaire teksten aanschaffen (tweedehands op Abebooks.com). Soms weet je niet uit welk boek een citaat komt als het in een Nederlandse verzameleditie is verschenen. Als de schrijver de citaten zelf heeft vertaald, kloppen ze soms niet eens. En als daar vervolgens een argumentatie op is gebaseerd, dan heb je een probleem. Ga je terug naar de schrijver met jouw bevindingen of probeer je het discreet recht te trekken? En kan dat überhaupt?

Als een citaat is vertaald uit een andere taal dan jouw brontaal levert dit ook vaak zorgen op. Is er al een vertaling in de doeltaal? Die moet je dan zien te vinden. In mijn ervaring zijn de oudere vertalingen in het Engels ondermaats en niet altijd geschikt om klakkeloos over te nemen. Maar het werk van een andere vertaler ‘corrigeren’ of aanpassen… dat is ook niet collegiaal én er rust auteursrecht op. Zelf vertaal ik het stuk dan opnieuw als ik de taal beheers, en daar hebben sommige uitgevers moeite mee, zeker als de vertaling die je links laat liggen ooit door hen is uitgebracht.

Fouten in de tekst 
Dat de vertalingen of de strekking van de citaten soms niet kloppen is één ding, maar dat de feiten niet kloppen is een ander. De fact-checkers of peer reviewers die voor Amerikaanse uitgevers werken, vinden altijd een scala aan feiten die gecorrigeerd moeten worden, of op zijn minst nagekeken. Historische bronnen kunnen onderling verschillen of elkaar zelfs tegenspreken. Bij An American Princess kwamen we dat ook tegen: wat er stond in een standaardwerk over de periode was niet hetzelfde als er wat in een privébrief te vinden was. Wie heeft dan gelijk en hoe ga je daarmee om? Het is in ieder geval belangrijk dat de Nederlandse schrijver zijn of haar keuzes kan verantwoorden. Als vertaler kom je er vrij snel achter als een datum of een schrijfwijze niet klopt, maar een waarneming, een interpretatie, dat is anders. Dan ontstaan er interessante inhoudelijke discussies. Wat de wetenschap zegt is ook aan verandering onderhevig. Bij Mushrooms and Co. (Geert-Jan Roebers) werd het duidelijk dat er door verschillende kampen anders wordt gedacht over het wood wide web van bomen die met elkaar communiceren.

Tools 
Omdat ik vooral literaire fictie en verhalende non-fictie vertaal maak ik geen gebruik van CAT-tools of schrijftools zoals Scrivener waar je al je aanvullende onderzoek op één plek kan bijhouden. Deze lijken me wel handig bij academische vertalingen of een serie vertalingen over één onderwerp zodat je de termen kan standaardiseren. Op dit moment zijn machinevertalingen en AI nog onvoldoende betrouwbaar om structureel te gebruiken als hulpmiddel, maar ik vermoed dat het snel die kant op zal gaan. Voorlopig heeft ChatGPT een Trumpiaanse kijk op de werkelijkheid. Het hallucineert zelfs bronnen. Perplexity ontwikkelt zich beter als search engine, maar ook daarbij moet je zeker alle links nog controleren.

Vaak zijn meerdere schermen handig als je veel moet opzoeken. Mijn eigen setup is nogal amateuristisch met een tablet en smartphone naast mijn computerscherm, maar ik werk op een klein bureautje. 

Trends 
Momenteel gaat het in Engeland niet zo goed met non-fictieboeken buiten de celebrity (auto)biografieën. Verkoopcijfers zijn flink gedaald. Serieuze non-fictie heeft het zwaar door concurrentie van het internet maar ook van podcasts, YouTube en sociale media. Mensen lijken hun informatie elders te zoeken. Ik voorspel dus dat ik de komende jaren vooral literaire fictie en kinderboeken zal gaan vertalen, en dat is wel jammer. 

Tips voor beginnende vertalers 
Kijk goed of je de stof aankan en onderschat niet hoeveel tijd aanvullend onderzoek in beslag zal nemen. Ik reken 10.000 woorden per maand, dus bij een boek van 80.000 woorden heb ik acht maanden nodig voor een secure, goed doordachte vertaling. Weet dat je aanvullend werk nodig zal hebben om rond te komen. Bouw een paar specialismen op. Vraag de uitgever om heel duidelijk te zijn over het notenapparaat en de citaten, meestal hebben ze een house style sheet met instructies. Probeer een extra bedrag te bedingen voor versioning en onderhoud gedurende het hele proces een goed contact met de schrijver. Zo blijft het werk plezierig en leerzaam.