Verslag ESLT Summer School 2022

29 september 2022 - Onderwijs

Van 6 tot en met 9 september organiseerde het ELV samen met het British Centre for Literary Translation, de San Pellegrino Foundation en het PETRA-E Netwerk de zesde editie van de ESLT Summer School. Deelnemer Hilda Schraa doet verslag.

Collage met links een foto van Hilda en rechts het logo van ESLT.

Van 6 t/m 9 september vond de zesde editie van de zomercursus van de European School of Literary Translation (ESLT) plaats: de derde online editie. De eerste drie edities vonden plaats in Rome. Ik kan me herinneren dat ik destijds wel de aankondiging in mijn mailbox heb zien voorbijkomen, maar ik had nog nooit lesgegeven in literair vertalen en dacht dat het dan vast niet voor mij bestemd was. Bovendien is het befaamde ‘imposter syndroom’ me niet vreemd: ik geef al meer dan tien jaar les aan de Hogeschool voor Tolken en Vertalen, maar heb nog steeds af en toe het gevoel dat ik ooit, op een kwade dag, door de mand zal vallen... en dat iedereen erachter komt dat ik het helemaal niet kan. Inmiddels ben ik iets ouder en kijk ik er gelukkig ook iets anders tegenaan.

In 2021 werd ik gevraagd om de Opstapcursus Italiaans van de Vertalersvakschool te verzorgen. Dat was heel leuk om te doen, maar ik vond het lastig om de theorie in mijn lessen in te passen. Daarnaast wilde ik graag meer variatie in mijn lessen aanbrengen. Meestal komt het bij literair vertalen er toch op neer dat de studenten een fragment ter vertaling voorgeschoteld krijgen, dit thuis vertalen waarna de diverse versies klassikaal worden besproken. Dus toen de aankondiging van de zomercursus van de ESLT dit jaar binnenkwam, heb ik wel gereageerd. En mocht ik meedoen. In totaal waren er zestien deelnemers, uit zo'n tien verschillende landen(van Japan tot Egypte, van India tot Italië... kortom van overal.) Sommigen met een universitaire opleiding en een schat aan ervaring, maar ook mensen die het vak in de praktijk hebben geleerd of nog aan het begin van hun carrière staan. Een mooie mix.  

Duncan Large, Academic Director van het British Centre for Literary Translation, nam als één van de organisatoren gedurende deze dagen de honneurs waar en deed dat met verve. Ik heb met bewondering toegekeken hoe hij iedereen op zijn of haar gemak wist te stellen. Ben je wat introverter, dan kun je online vaak vrij gemakkelijk onzichtbaar blijven, maar dankzij Duncan durfde iedereen zich wel te uiten. Plenaire sessies werden afgewisseld met workshops in break-out rooms, waar we dan zelf aan de slag moesten om bijvoorbeeld een ideale les voor te bereiden op basis van de Leerlijn Literair Vertalen (PETRA-E Framework). Ik zat in het Nederlandstalige groepje, met nog twee collega’s uit Nederland en eentje uit Italië. De workshops waren een plezierige afwisseling, want het was al met al best een vol programma.

Dag 1

Het thema van dit jaar was Translators working with others en de eerste spreker was Ros Schwartz. Zij vertaalt al meer dan 30 jaar vanuit het Frans naar het Engels, is daarnaast actief met het geven van workshops, masterclasses en het bevorderen van de zichtbaarheid van de vertaler. Ze hield een gedreven betoog, puttend uit haar eigen ervaring, over de verschillende vormen van samenwerking. Het is terug te zien via bovenstaande link.

Het idee dat je als vertaler als een soort kluizenaar in eenzaamheid achter je computer zit, is niet meer van deze tijd. Je hebt te maken met schrijvers, uitgevers, redacteuren, persklaarmakers, collega’s en moet midden in het leven staan. Zo probeert ze altijd contact te leggen met de schrijvers (als ze nog onder ons zijn uiteraard), ze ontmoet hen het liefst in levenden lijve zodat ze een beeld krijgt van de stem achter de woorden die ze moet vertalen.

Zelf stel ik tijdens het vertalen altijd een lijst op met vragen voor de auteur; de vragen die nog openstaan als ik bijna klaar ben met mijn vertaling, leg ik dan voor aan de schrijver. Ik moet toegeven dat ik daarin niet zo proactief ben als Ros Schwartz, want ik blijf het wel lastig vinden om mezelf zo te profileren. Ondertussen heb ik wel gemerkt dat de reacties heel verschillend zijn: soms krijg je uitgebreid antwoord, met foto’s en tekeningen, soms krijg je kort en zakelijk antwoord (ja, nee, goed) via de agent. En alles daar tussenin.

Ook kwamen co-vertalers aan bod. Ik heb meerdere co-vertalingen gedaan. Zeker als beginnend vertaler is het heerlijk wanneer je iemand hebt om mee te sparren, iemand die je stimuleert iets vrijer te vertalen waar je zelf misschien nog aarzelt. Bovendien vul je elkaar aan, haal je elkaars blinde vlekken eruit en dat komt de vertaling alleen maar ten goede. Wel moet je je ego opzij kunnen zetten: heb je net uren zitten worstelen met een lastige passage, schudt je co-vertaler die zo even uit zijn of haar mouw. Maar als het goed is, is het een wisselwerking. Heel herkenbaar allemaal.

Wat eigenlijk vooral uit de lezing van Ros Schwartz naar voren kwam: wees proactief, ga eropuit, bouw een netwerk op (ook van mensen die in volstrekt andere sectoren werkzaam zijn) en gebruik het, wees zichtbaar (lees bijvoorbeeld voor uit eigen werk, denk aan Translators Aloud op YouTube). Vertaal je een werk dat naar meerdere talen wordt vertaald, dan kun je proberen in contact te komen met de andere vertalers en kun je samen brainstormen over bepaalde vertaalproblemen. A simple form of cross-fertilisation, aldus Ros Schwartz.

Daarnaast heeft de vertaler een ambassadeursfunctie: breng boeken onder de aandacht van uitgevers (bij kleinere uitgevers heb je de meeste kans op een positieve reactie), maar maak je huiswerk. Zorg dat je weet welke boeken een bepaalde uitgever kunnen interesseren, blijf op de hoogte van wat er op de markt verschijnt in ‘jouw’ land. Een vertaler kan tevens een belangrijke bijdrage leveren aan de promotie van een vertaald boek: bijeenkomsten in boekhandels, promotie via sociale media.

In de middag werden in aparte werkgroepen tips & tricks uitgewisseld, die vervolgens met elkaar werden gedeeld in de plenaire sessie. Dat leidde tot een heel arsenaal aan waardevolle adviezen en ideeën. Opvallend was dat werkelijk iedereen tijdens zijn of haar opleiding meer had willen horen over de praktijk van een literair vertaler: thuiswerken, contacten met collega’s, uitgevers, persklaarmakers, contracten, beurzen etc.

Dag 2

Deze dag startte met een vrij theoretische lezing van Anthony Cordingley (Universiteit Sydney) over ‘collaborative translations’ door de eeuwen heen. Wat mij hiervan vooral is bijgebleven is dat Cordingley vertelde dat het gebruik van CAT-tools (Computer Aided Translation) een verarmend effect heeft op vertalingen. Door het gebruik van CAT-tools is het alsof er slechts één ‘neutrale’ versie bestaat, allerlei culturele nuances gaan verloren.

Dit vormde meteen een bruggetje naar de presentatie van Christophe Declercq (Universiteit Utrecht). Hij gaf een overtuigende lezing over machinevertalingen (MT – Machine Translation). Het gebruik van DeepL of Google Translate geeft valse zekerheid. Als 45% klopt, klopt 55% niet! MT kijkt niet naar het beeld, niet naar de context. Gebruik je brein, Google Translate kun je hooguit gebruiken als check, maar niet meer dan dat. Als literair vertaler moet je spelen met de taal, aldus Declercq.

Dat klonk mij als muziek in de oren: ik had dit jaar toevallig een DeepL-vertaling Italiaans-Nederlands onder ogen gekregen en was ‘geschrokken’ van de kwaliteit: ik had namelijk een redelijk goede vertaling voor me. Gelukkig hoeven we nog niet voor ons vak te vrezen, want Christophe Declercq heeft ons met voorbeelden laten zien dat literair vertalen mensenwerk is, én blijft. Om zijn woorden hier aan te halen: ‘MT is not getting better, it’s getting less worse’.

In de middag volgde Ilse Feinauer van de Universiteit Stellenbosch (Zuid-Afrika) met een interessante lezing over tekstrevisie: door de vertaler zelf of door een derde van buitenaf. Iemand die als derde een tekst reviseert moet perfectionisme buiten de deur houden en zich voortdurend afvragen: is het nódig om de tekst te verbeteren? En niet: kán ik de tekst verbeteren? Ilse Feinauer is dan ook van mening dat tekstrevisie onderdeel moet zijn van een opleiding tot literair vertaler. Ten eerste omdat studenten in staat moeten zijn hun eigen vertaling te reviseren, maar ook die van anderen. Ten tweede omdat ze eraan gewend moeten raken dat hun vertaling wordt gereviseerd. Hiervoor heeft ze een compleet stappenplan met ons gedeeld, dat ik in de toekomst zeker ook (deels) zal toepassen.

Dag 3

De derde dag stond in het teken van het PETRA-E framework oftewel de Leerlijn Literair Vertalen. Duncan Large vertelde over het ontstaan en het doel van de Leerlijn. Anna Mioni (Universiteit Venetië) en zeker ook Vanda Miksić (Universiteit Zadar) gaven tal van voorbeelden hoe je de diverse competenties kunt implementeren in je lessen. Het ideaal is natuurlijk wanneer je de studenten iets kunt laten vertalen dat ook daadwerkelijk wordt gepubliceerd: het werkt enorm motiverend en de studenten krijgen met alle facetten van het literair vertalen te maken.

Ik kende de Leerlijn al wel, maar heb diverse ideeën opgedaan om in mijn toekomstige lessen de verschillende competenties aan bod te laten komen. We mochten onze ideeën ook meteen vormgeven in aparte workshops. Het was heel leuk om te zien hoe iedereen een ander aspect belichtte.

Dag 4

De laatste dag van deze inspirerende cursus. De week is voorbijgevlogen. De meeste deelnemers hadden eerder die week aangegeven dat ze tijdens de opleiding informatie over de beroepspraktijk van een literair vertaler hadden gemist. Toeval of niet, de vrijdag begon met een panelgesprek (ook toegankelijk voor niet-deelnemers), waarbij de focus lag op de vraag hoe studenten moeten worden voorbereid op het professionele leven. De panelleden waren vertaalster Lara Hölbling Matković, als vertegenwoordigster van CEATL, de Europese raad van verenigingen van literair vertalers, en vertaalster Johanna McCalmont als vertegenwoordigster van het Emerging Translators Network (ETN). De moderator was Leonardo Marcello Pignataro (CEATL).

Er was aandacht voor de verschillende beroepsverenigingen en netwerken, waarbij je je als vertaler kunt aansluiten. Beide vertaalsters vertelden wat dit voor hen had betekend en nog betekent. Het ETN is met name bedoeld voor beginnende vertalers (hoofdzakelijk Engelstalig). Ook de website van CEATL biedt een schat aan informatie: best practices, nieuws over beurzen en evenementen, interessante artikelen.

Verder kwam het evenement Dall’italiano al mondo ter sprake (voor mij als vertaler uit het Italiaans natuurlijk reuze interessant): vorig jaar werd dit event, speciaal voor alle vertalers uit het Italiaans, voor het eerst georganiseerd op initiatief van de Salone Internazionale del Libro in Turijn. Dit jaar is het online, op vrijdag 11 november. Ik heb me aangemeld en verheug me er nu al op. De website van het evenement biedt daarnaast interessante interviews, podcasts, video’s en dergelijke en is zeker een bezoekje waard voor alle vertalers uit het Italiaans.

Conclusie: hebben deze vier dagen mij gebracht wat ik ervan had verwacht? Zeker, zonder meer. Volgend jaar zullen mijn lessen beslist gevarieerder zijn. Ik ga binnenkort nog eens op mijn gemak alle documentatie doornemen, alle tips waar ik denk iets mee te kunnen doen inventariseren en lekker rondstruinen op de diverse genoemde sites. Natuurlijk mis je de persoonlijke contacten tijdens de pauzes en voor en na de sessies. Desondanks heb ik veel interessante collega’s nu digitaal leren kennen, die misschien niet hadden kunnen deelnemen wanneer het op locatie was geweest. Mogelijk vindt de zevende editie volgend jaar wel weer op locatie plaats. Wie weet ben ik dan opnieuw van de partij!

Groepsfoto in Zoom van de deelnemers aan de ESLT Summer School 2022.