Iedereen blij. Onderhandelen met uitgevers
Nee heb je, ja kun je krijgen. Dus waarom zou je niet onderhandelen? Maar hoe pak je dat eigenlijk aan en waarover kun je allemaal onderhandelen? Hoe ga je goed voorbereid de onderhandelingen in en welke argumenten heb je om in de strijd te gooien? Leen Van Den Broucke, een van de makers van de Onderhandelgids voor Vertalers van de Auteursbond, geeft inzicht en tips en vertelt hoe je het aanpakt.
Waarom zou je onderhandelen?
Daar kunnen we kort over zijn: literair vertalen betaalt al heel lang heel erg slecht vergeleken met zakelijk vertalen. Het prestige van literair vertalers is laag. Zo krijg je een vicieuze cirkel. Om die te doorbreken, is het goed als heel veel vertalers gaan onderhandelen, zodat uitgevers wennen aan mondige vertalers en zodat onderhandelen normaal wordt. Wie meer vraagt, krijgt op den duur ook meer. Door het sneeuwbaleffect kan op termijn hopelijk iedereen voor betere voorwaarden werken, met een goed contract.
Waarom is het moeilijk om meer geld te krijgen?
Twee redenen: uitgevers hebben de vertalers voor het uitkiezen, en vertalers zijn geen geboren onderhandelaars.
1. Uitgevers hebben de vertalers voor het uitkiezen. De markt van literaire en boekvertalingen is een aanbodsmarkt, met veel vertalers en relatief weinig opdrachten. Dat leidt tot een scheve machtsrelatie tussen de uitgever en de vertaler. Andersom is het voor vertalers moeilijk om ertussen te komen en om steeds weer opdrachten te krijgen.
Resultaat:
- Het tarief dat bij het modelcontract hoort is bedoeld als ondergrens, maar is in de praktijk een maximumtarief.
- Het heeft ook geleid tot de waterscheiding tussen vertalers die voor het modelcontract werken en vertalers die voor de zogenoemde commerciële uitgevers werken en die andere contracten (zoals overdrachtscontracten) krijgen,
- en ten slotte tot de opkomst van vertalers met een gemengde beroepspraktijk, die wel met uitgevers over geld onderhandelen, in tegenstelling tot veel literair vertalers en vertalers van alleen commerciële boeken.
2. Vertalers zijn geen onderhandelaars. Ze zijn het liefst met hun werk bezig, zijn van nature niet geneigd om op hun strepen te staan, of ze zijn bang niet meer gevraagd te worden.
Resultaat:
- Veel vertalers vragen nooit iets van hun uitgever en voelen zich redelijk gewaardeerd, tot de dag komt dat ze toch eens iets willen, zoals een andere titel of meer geld, en dan blijkt dat de uitgever hun argumenten gewoon naast zich neerlegt. (Het kan soms heel erg zijn. Zo was er iemand die een jaar lang met militaire discipline aan een heel dik, moeilijk boek had gewerkt. Toen kreeg ze te horen dat het niet werd uitgegeven.) Hoe kun je vermijden dat het zo ver komt?
Wat is je onderhandelingspositie als vertaler van boeken?
Sommige mensen beweren dat het voor het succes van een boek niets uitmaakt hoe goed de vertaler zijn werk heeft gedaan. Vijftig tinten grijs is een voorbeeld van een boek waarvan het volgens de uitgever niet uitmaakt hoe het is vertaald.
Die mensen hebben niet helemaal gelijk. In de film heb je het concept execution-dependent: dat wordt gezegd van scenario’s die alleen een succes kunnen worden als de regisseur er een goede film van maakt. Filmconcepten die niet execution-dependent zijn, zijn bijvoorbeeld superheldensaga’s, bepaalde genrefilms of films met beroemdheden. Zo zou je kunnen zeggen dat vertalingen van literaire romans execution-dependent zijn: als ze niet goed vertaald zijn, worden ze niet goed verkocht. Maar ook als een boek ‘redigerend’ moet worden vertaald omdat er haken en ogen aan het origineel zitten, is een goede vertaler een voorwaarde voor het succes.
Uitgevers die zo denken, beseffen bovendien te weinig dat lezers uiteindelijk het origineel gaan kopen als vertalingen een slechte reputatie hebben. Dat zie je nu massaal gebeuren bij de jongere generatie. Vertalers stoppen heel veel tijd en energie in hun vak en in hun boeken. Zonder hun inzet en gedrevenheid zou de sector er heel anders uitzien.
Wie al een betere onderhandelingspositie hebben, zijn vertalers uit een kleine taal, zeker als er een schaarste van vertalers is. Dan geldt die aanbodmarkt namelijk veel minder. Als alle vertalers uit die brontaal elkaar kennen, is het ook makkelijker om solidair te zijn. Dit is gebeurd toen alle vertalers uit een kleinere, agglutinerende taal (sommige talen gebruiken minder woorden om hetzelfde te zeggen) één lijn trokken om het gebruikelijke uitlooppercentage vast te leggen, nadat een uitgever ermee had gedreigd dat percentage te verlagen. Dat scheelde al gauw tien procent in de inkomsten van de vertalers uit die taal.
Ook vertalers van naam hebben een betere onderhandelingspositie. Als lezers de vertaler kennen van tv of uit de krant, als diens naam op het omslag staat, dan wordt de vertaler een verkoopsargument. In feite zien de uitgever en de lezer hen als een soort schrijvers. Zichtbaarheid is dus zo belangrijk dat je er uiteindelijk geld mee kunt verdienen. Je kunt je positie verbeteren door artikelen of boeken te publiceren, voor- of nawoorden bij je vertaling te schrijven of door prijzen te winnen.
Ten slotte kun je als vertaler altijd stemmen met je voeten: je kunt nee zeggen tegen een opdracht, je kunt je naam uit het boek laten verwijderen, je kunt in een uiterst geval publicatie weigeren en je kunt ander werk gaan zoeken. In de praktijk zijn dit de pressiemiddelen van de meeste vertalers. Dat is niet veel, als je een goede relatie met je opdrachtgevers op prijs stelt. De meeste vertalers hebben dus een slechte onderhandelingspositie.
Wat nu?
In tegenstelling tot wat sommige uitgevers beweren, zijn vertalers niet inwisselbaar. Iedereen heeft wel iets waarmee hij zich kan onderscheiden. Geen twee vertalingen zijn hetzelfde, als vertaler ben je dus uniek.
Maak een lijstje van je kwaliteiten. Weet wat je waard bent. Vertalers kunnen natuurlijk op snelheid, tarief of kwaliteit concurreren, maar dat niet alleen. Ben je bijvoorbeeld:
- betrouwbaar
- consciëntieus en precies
- thuis in een bepaald genre
- iemand met ervaring
- iemand die stipt op tijd levert
- iemand die alles opzoekt en uitzoekt
- iemand met een brede belangstelling
- iemand met een specialisatie
- iemand die uit meerdere talen vertaalt
- de vaste vertaler van een bepaalde schrijver
- vaste vertaler voor een bepaalde uitgeverij
- lid van een bepaalde generatie en/of thuis in een bepaald woordgebruik
- flexibel en bijvoorbeeld bereid om bij een ad hoc-collectiefje aan te schuiven
- bereid in duo te werken
- iemand die werkbeurzen krijgt
- iemand die vertaalprijzen wint
- iemand die snel werkt
- iemand die haastklussen aanneemt
- iemand die uit een kleine taal vertaalt (bijvoorbeeld van een land met uitgeverssubsidie)
- iemand die boeken scout voor de uitgever
- iemand die leesrapporten schrijft, meedenkt over de titel en flapteksten vertaalt
- iemand met een goede band met de redacteur?
Dan wordt het misschien eens tijd om te gaan onderhandelen. Waarschijnlijk heb je veel geïnvesteerd om zo ver te komen als je nu staat. Het is mooi om daar iets voor terug te krijgen: erkenning, waardering of geld.
Bedenk dat de uitgever jou ook om die redenen vraagt. Misschien weet je redacteur nog niet eens waar je allemaal thuis in bent en waar je allemaal goed in bent. Je kunt je lijstje met kwaliteiten inzetten bij onderhandelingen met je uitgever, of je kunt het alleen in je achterhoofd houden om je gesterkt te voelen.
Ten slotte moet je bedenken dat een goede vertaler gemoedsrust biedt en de redacteur werk uit handen neemt. Daar staat helaas tegenover dat een onbekende vertaler of een beginnend vertaler een risico is voor de redacteur. Probeer dat op een andere manier te compenseren als je in die positie bent.
Zie je ertegenop om te onderhandelen?
Bedenk dat iedereen onderhandelt, met partner, collega’s, baas of kinderen. Ik krijg mijn studenten ook zo ver dat ze elke vrijdagmiddag met plezier naar de les komen om vier uur lang naar mij en elkaar te luisteren, om elke week weer heel veel huiswerk te maken en om voortdurend wat beter te worden door keihard aan zichzelf te schaven.
Bereid je goed voor als je gaat onderhandelen: vraag rond wat de tarieven zijn, informeer je over de uitgeverij. Als de vertaling extra werk kost, zorg er dan voor dat je kunt uitleggen waarom: opzoekwerk, stijl, foutjes in het origineel, redigerend vertalen, jargon, terminologie...
Bereid je ook mentaal goed voor. Waar sta je? Wat zijn je troeven? Waar wil je heen? Krijg je genoeg tijd om plezier aan je werk te beleven? Vertaal je wel boeken die bij je passen? Krijg je genoeg waardering van redacteuren, collega’s, critici, lezers, het grote publiek? Bedenk wat je nu hebt en wat je wilt bereiken aan materiële of onstoffelijke zaken.
Stel je op als een gelijkwaardige gesprekspartner, ook al heb je misschien niet het gevoel dat je dat bent. Wees trots op jezelf en draag dat ook uit.
Onderhandelen, is dat niet iets heel zakelijks?
Het klassieke onderhandelen op basis van speltheorie, waarbij beide partijen hun winst proberen te maximaliseren, werkt niet bij een onevenwichtige onderhandelingspositie. De basis daarvan, de speltheorie, gaat er bovendien vanuit dat beide partijen rationeel zijn, maar mensen zijn niet rationeel. Dat weet de uitgever ook als hij dingen zegt als: Ja, maar dit is een heel leuk boek, echt iets voor jou, zou heel mooi staan op je cv.
Je hebt veel concurrentie en een beperkt aantal opdrachtgevers, die je graag te vriend wilt houden. Hoe dat moet, kun je leren van mensen die onderhandelen in hopeloze situaties: professionele losgeldonderhandelaars met gijzelnemers.
De hamvraag is dus:
Hoe kun je aardig blijven en toch (min of meer) je zin krijgen?
Zie je redacteur als een bondgenoot: jullie willen allebei hetzelfde, namelijk een goed boek maken. Iedereen vindt het prettig als dingen goed geregeld zijn, jij kunt beter je werk doen als je meer tijd krijgt, enzovoort. Ga altijd uit van de goede bedoelingen van de redacteur. De meeste mensen zijn blij als ze je een plezier kunnen doen, geef de ander daar ook de ruimte voor. We hebben het allemaal moeilijk en het leven van een redacteur gaat ook niet altijd over rozen. Redacteuren voelen zich ook weleens ondergewaardeerd en benijden ons onze vrijheid.
Iedereen wil begrepen worden. Verplaats je in de ander en laat merken dat je begrip hebt voor diens situatie. Ondertussen probeer je erachter te komen wat de beweegredenen zijn van de ander. Je moet tegelijk goed luisteren, dat wil zeggen empathisch luisteren en ondertussen informatie vergaren. Hoeveel ruimte heb je? Gunt de ander je iets meer? Probeer vooral tussen de regels te lezen en te achterhalen waarom iets niet kan: ligt het aan ‘hogerhand’? Aan de calculatie? Zijn er andere bindende redenen? Doe je best om echt te luisteren en dus niet selectief te luisteren, niet alleen maar te horen wat je wilt horen of wat bij het beeld past dat je van de ander hebt.
Wat doe je als de uitgever nee zegt?
Als je gaat onderhandelen is de kans groot op een ‘nee’. Dan moet je het volgende bedenken: het is bewezen dat jongens die bereid zijn een blauwtje te lopen meer succes hebben bij de meisjes. Ze laten zich niet kisten en proberen het gewoon nog een keer met de volgende.
‘Nee’ is nog maar het begin van de onderhandeling. Daarna moet je doorvragen. Dat kan vervelend zijn, maar probeer toch door de zure appel heen te bijten. Het is altijd moeilijk om iets aan een ander te vragen, ook aan je beste vrienden. En ook dan wil het niet automatisch zeggen dat je de relatie op het spel zet.
Overdrijf het niet en ga de ander niet op de zenuwen werken. Je wilt een vriendelijke luis in de pels zijn (ik denk dan altijd aan een collega die daar goed in is en vraag me af hoe die het zou aanpakken). Argumenten zijn belangrijk, maar minder belangrijk dan je denkt. Het gaat om overreden, niet om gelijk krijgen.
Vraag je vooral ook af: wat zit er achter die nee? Benoem de negatieve emoties of knelpunten in je mail of in het gesprek, om de kou uit de lucht te halen. Vervelende opmerkingen kun je omdraaien en in een vraag verwerken.
Analyseer de gevoelens van de ander en doe er iets mee. Analyseer ook je eigen gevoelens zodat je ze in de hand kunt houden. Na jaren van ‘te weinig’ is het makkelijk om snel verontwaardigd te zijn. Doe dat niet, blijf positief. Maak gebruik van humor. De redacteur is maar een mens. Jij bent ook maar een mens. Zorg ervoor dat jullie elkaar als mensen blijven zien. Je wilt namelijk liever als mens worden behandeld dan als doorgeefluik of inwisselbare vertaler (of erger, als vertaalmachine).
Probeer zelf ook een aardige manier te vinden om nee te zeggen, bijvoorbeeld varianten op de vraag: Hoe had je dat dan gedacht? (Hoe weet ik of ik mijn geld op tijd ga krijgen? Hoe kan ik al dat opzoekwerk doen in zo weinig tijd? Hoe kan ik voor die prijs goed werk afleveren?) Zo leg je je probleem bij de ander neer. Je vraagt je redacteur in feite om hulp bij het oplossen van jouw probleem. Stel liever geen waarom-vragen, die kunnen beschuldigend klinken. Beter: is er een reden waarom?
Wees vriendelijk en vasthoudend. Net iets langer doorzetten dan je van plan was, kan veel opleveren.
Hoe zorg je ervoor dat de sfeer goed blijft?
Het is heel belangrijk om een positieve sfeer te scheppen, zodat de ander met je mee blijft denken. Keihard onderhandelen kan alleen als je niets te verliezen hebt, en dat gebeurt zelden. Het is mij een keer overkomen dat ik het onderste uit de kan kon halen bij een uitgever, maar ik was niet van plan ooit voor die uitgever te werken. Het ging om de rechten van een eerder verschenen vertaling.
Laat je er niet toe verleiden om op alle argumenten in te gaan. Ga ook niet rechtstreeks in tegen de ander, maar vat samen of parafraseer wat die heeft gezegd of geschreven (“begrijp ik goed dat...”). Zo geef je de redacteur of uitgever het gevoel dat jullie op één lijn zitten, ook al is dat niet zo.
Iedereen wil eerlijk behandeld worden. Leg eventueel uit waarom jij je niet eerlijk behandeld voelt of vraag de ander wat die zo onrechtvaardig vindt. Sorry zeggen mag. (Tegenwoordig staat er op de Nederlandse bussen: Sorry, geen dienst. Vroeger stond er alleen: Geen dienst, toen hadden buschauffeurs veel meer last van agressie.)
Als je te maken krijgt met moeilijke mensen, richt je dan op het gedrag, niet op de persoon. Hou ook het gedrag en de kwestie zo veel mogelijk gescheiden. Benoem niet het gedrag, maar de gevoelens die erachter zitten.
Blaas zo nodig stoom af tegen collega’s. Die luisteren graag naar je omdat ze vroeg of laat in hetzelfde schuitje zitten, misschien wel met dezelfde uitgever.
Waarover kun je onderhandelen?
- Een paar klassiekers zijn meer tijd, royalty’s, je naam op het voorblad (ipv colofon) of het omslag, of een nieuwe opdracht.
- Je kunt een uurloon vragen voor allerlei klusjes (register vertalen, wijzigingen invoeren, voetnoten naderhand invoegen, bronnenonderzoek [citaten], research). Daar gaat de redacteur namelijk vaak wel over. Meestal wordt er dan wel een maximaal aantal uren afgesproken.
- Je kunt in het contract laten opnemen dat de Nederlandse woordentelling geldt, dus het aantal woorden van de vertaling in plaats van de brontekst.
- Je kunt een lumpsum vragen: je honorarium afronden naar boven, of een hoger woordtarief rekenen en dan afronden naar beneden. (Dat is een tip uit de zakelijke vertaalwereld en uit het Vlaamse boekenvak. In Nederland is het niet zo gebruikelijk, maar dat belet je niet om het toch te proberen.)
- Je kunt hogere tarieven of lagere staffels (het aantal exemplaren waarover je geen royalty’s krijgt) in het modelcontract laten opnemen.
- Als je een overdrachtscontract krijgt kun je daar allerlei aanpassingen in bedingen. Kijk ter inspiratie naar het modelcontract. Alle clausules uit het modelcontract kun je er in principe ook in onderhandelen. Een paar belangrijke zijn: een verplichting om het boek binnen een bepaalde termijn uit te geven; een regeling voor als het boek niet wordt uitgegeven; een clausule dat de rechten op de vertaling op jou terugvallen; een bestsellerbeding; een informatieplicht over wat er in een eventueel tweede leven van het boek met jouw vertaling gebeurt (dat is een suggestie van een collega die een contract kreeg waarin de uitgever alle toekomstige rechten op de vertaling opeiste. Als zoiets je overkomt, kan het gebeuren dat je je boek ineens in grote stapels bij het Kruidvat ziet liggen, zonder dat je daar een cent voor krijgt of zelfs maar op de hoogte wordt gehouden); en soms zelfs royalty’s.
Aanleidingen om te onderhandelen kunnen bijvoorbeeld zijn: extra werk (bijvoorbeeld omdat je van manuscript hebt vertaald en er nog correcties komen, omdat het register ineens toch vertaald moet worden of omdat het werk van een co-vertaler onder de maat is), een haastklus, uitstel van een opdracht die je beloofd is en waar je andere boeken voor hebt afgewezen, of: ze willen heel graag jou als vertaler hebben, bijvoorbeeld omdat je eerdere boeken van dezelfde schrijver hebt vertaald.
- Je kunt standaard een ruimere deadline bedingen; als je eerder inlevert zijn ze blij met je, en je krijgt extra tijd om bijvoorbeeld een beurs aan te vragen.
- Bij alle communicatie met de uitgeverij moet je in je achterhoofd houden dat je krediet opbouwt. Klusjes en geslaagde vertalingen kun je beschouwen als ‘krediet’. Als je een uitgever een plezier doet, doe dat dan niet geruisloos, maar enigszins ostentatief, zodat je het later kunt laten meewegen.
- Hou een logboek bij met wat je allemaal aan extra’s voor een uitgever hebt gedaan (flaptekst vertalen, gratis register maken, goedkope leesverslagen, wijzigingen invoeren...), om in je achterhoofd te houden of als wisselgeld in te zetten.
- Wat ook kan helpen is voor jezelf alle complimenten die je ooit hebt ontvangen voor je vertalingen bijhouden. Je kunt ze natuurlijk ook op je website zetten.
- Zie het ook als een langetermijnproject: je bouwt iets op als vertaler, je creëert goodwill. In de loop van je carrière zou het makkelijker moeten worden om dingen te vragen en ook te krijgen.
- Tot die tijd: raadpleeg de succesverhalen achter in de onderhandelgids van de Auteursbond. Hou je eigen onderhandelsuccesjes ook bij, met uitgevers, maar ook in het dagelijks leven (Heeft iemand je bijvoorbeeld voor laten gaan in de rij toen je dat vroeg?).
Hoe zit het met geld?
Dankbaarheid zonder geld is mooi, maar in een professionele situatie wil je ook wel eens financiële waardering.
Als je om geld vraagt, houd dan een plan B in je achterhoofd voor als je het niet krijgt. Andersom kan ook: vraag andere dingen dan geld, misschien krijg je dan geld ter compensatie.
Als je een hoger tarief probeert te bedingen, geef dan een aantal richtprijzen die minstens zo hoog liggen als het bedrag dat je wil. Het liefst doe je dat met voorbeelden: bij die en die krijg ik zus en zoveel, voor een commerciële vertaling over een vergelijkbaar onderwerp betalen ze me twee keer zoveel, enzovoort. Als je meer dan één tarief geeft, valt er wat te kiezen. (Natuurlijk kiezen ze dan wel het laagste.)
Reken de uitgever eens voor hoeveel een vertaler werkt en verdient. Het komt misschien niet in ze op dat jij moet leven van het geld dat ze jou sturen.
En ten slotte: probeer niet alleen afhankelijk te zijn van wat de uitgever je betaalt.
En als het misgaat?
Ten eerste: symbolische overwinningen tellen ook mee. Vat het niet persoonlijk op, volgende keer beter. Als het echt misgaat, probeer er dan leergeld uit te trekken (bijvoorbeeld informatie voor de volgende keer).
Moet ik dat allemaal in mijn eentje doen?
Liever niet zelfs. Vraag hulp aan ervaren collega’s, overleg met minder ervaren collega’s en met vrienden. Moeilijke gevallen kun je met een aantal vertalers over de mail bespreken. Soms kun je nog wel eens iets via de schrijver gedaan krijgen (bijvoorbeeld je naam op het omslag krijgen, zoals een collega weleens is gelukt).
Als je uit een kleinere taal vertaalt, kun je de solidariteit van je collega’s inroepen. Dat kan zelfs zo ver gaan dat je samen een hoger tarief afspreekt. In Nederland mag je dat volgens de mededingingsregels met maximaal acht vertalers doen.
Maak gebruik van de diensten van de Auteursbond. Laat de uitgever ook weten dat je daar advies hebt ingewonnen.
En als ik niet durf?
Doe vooral wat bij je past, maar probeer je grenzen daarin te verleggen. Kijk waar je goed in bent, denk na over de keren dat je je zin hebt gekregen en vraag je af wat je toen gedaan hebt, of kijk hoe anderen dat voor elkaar krijgen.
Ken je beperkingen. Voor mij is dat bijvoorbeeld: bang zijn om iets te vragen en de neiging hebben om het er al snel bij te laten zitten. (Onlangs was ik bijna veel geld kwijt omdat ik veel te laat was met het inleveren van bonnetjes. Toen heb ik gevraagd of ze niet voor één keer een uitzondering konden maken, ook al druist dat in tegen mijn natuurlijke neiging om niet moeilijk te willen doen. Dat wilden ze gelukkig wel. Ik was heel dankbaar en heb dat ook laten merken.)
Als je echt niet durft, kun je een stappenplan volgen:
1. Voor je gaat onderhandelen met opdrachtgevers kun je eerst oefenen met de mensen om je heen.
2. Voor je gaat onderhandelen met uitgevers kun je eerst oefenen met andere opdrachtgevers. In de zakelijke vertaalwereld is onderhandelen heel gangbaar, dan leer je al snel dat er niets engs aan is.
3. Voor je gaat onderhandelen over geld zou je eerst kunnen oefenen met andere dingen: een minder strakke deadline bijvoorbeeld.
Tot slot: wat heb je eraan?
Onderhandelen is geen wondermiddel. Er gaat relatief weinig geld om in het boekenvak en de calculatie van de uitgever is vaak heilig. Meer geld krijgen is lastig, een hoger woordtarief weten te bedingen vaak nog het allermoeilijkst. Maar soms kan het toch, en het is ook de moeite waard om te onderhandelen voor andere dingen. Vaak kun je toch iets gedaan krijgen, al was het maar de belofte van een volgende opdracht. (Laatst had iemand om een hoger woordtarief gevraagd. Ze heeft het niet gekregen, maar wel meer royalty’s en haar naam op het omslag.)
Ondertussen is er onder vertalers iets aan het veranderen. Frustratie is er nog steeds, maar toen ik vijftien, twintig jaar geleden begon, was er veel meer moedeloosheid onder vertalers.
Sinds het verschijnen van de onderhandelgids wordt er zelfs meer gepraat over onderhandelingen met uitgevers, er wordt meer informatie uitgewisseld en er wordt veel steun aan elkaar gegeven. Het is langzaam gangbaarder aan het worden om te onderhandelen, dus komt er ook langzaam wat meer ruimte. Er is weer hoop, en geld is geen vies woord meer. Vertalers denken nu minder snel dat de ander hen een geldwolf zal vinden.
Dat alles kan alleen maar omdat vertalers elkaar opzoeken en raadplegen. Het is van het grootste belang dat we ons verenigen en ons niet tegen elkaar laten uitspelen. Houd contact met je collega’s, word lid van de Verenigde Literair Vertalers, word lid van de boekvertalerslijst, word lid van de Auteursbond of de Vlaamse Auteursvereniging.
De onderhandeltips uit dit stuk zijn deels afkomstig uit de Onderhandelgids voor Vertalers van de Auteursbond (Gertrud Maes, Martin de Haan en Leen Van Den Broucke) en uit Chris Voss, Never Split the Difference: Negotiating As If Your Life Depended On It. De onderhandelgids is ook hier te vinden op de Kennisbank van het ELV.
Meer weten?
Bekijk ook eens de lezing van Maarten van der Werf over contracten en rechten van de vertaler.