Dossier: Vertaling en technologie

Geplaatst op: 01 november 2022

Literaire vertaling en technologie: het lijkt een ongelukkige combinatie. Maar is dit wel zo? In dit dossier wordt er gekeken naar (taal)technologische ontwikkelingen en de impact die ze hebben op de werkzaamheden (en de positie) van de vertaler.

Dossier: Vertaling en technologie

Technologieën worden vaak in het leven geroepen om specifieke handelingen te vereenvoudigen. ‘Efficiency’ is daarbij het sleutelwoord. Soms is een technologie zo slecht afgestemd op de werkelijkheid dat een handeling vlotter wordt verricht zonder technologie. Werken met technologie is dan hinderlijk.1 Er zijn ook technologieën ontwikkeld die zo efficiënt zijn dat de mens zelf nauwelijks nog een handeling hoeft te verrichten. In die gevallen is de technologie, zoals smart services, voor veel mensen een uitkomst, maar kan ze de professionele waardigheid van beroepsbeoefenaars aantasten.2

Kijken we naar de verstandhouding tussen (literair) vertalers en technologie, dan kunnen we gerust stellen dat deze ambivalent is. De toon werd gezet met de introductie van logge CAT-tools (oftewel: Computer-aided of Computer-assisted Translation tools) en van vertaalmachines die ongrammaticale gedrochten van teksten produceerden. Na een eerste kennismaking met die tools is het geen wonder dat vertalers vertaaltechnologie bespotten tot (sterk gemediatiseerde) sport hebben verheven.3

Toch is er in de afgelopen decennia veel veranderd. Recent heb ik een column aan de ‘prothetiek van de vertaling’ gewijd. Ik heb gesteld dat technologie een exoskelet van vertalers is. Niet dat ik daarmee wilde zeggen dat alle vertalers zich dagelijks in een soort Terminator-pak hijsen om vertaalproblemen op te lossen; wat ik wilde aangeven, is dat alle vertalers tegenwoordig gebruikmaken van technologische snufjes (een tekstverwerker, gedigitaliseerde naslagwerken, spellingscheckers etc.).4 De cybernetica zit dieper geworteld in het vertalersmetier dan de vertaler zelf durft toe te geven.

Het ELV heeft mij gevraagd een dossier over literaire vertaling en technologie samen te stellen. Toch is het niet overbodig om eerst even aandacht te besteden aan wat er al beschikbaar is op de Kennisbank van het ELV. In het verleden is er bijvoorbeeld al aandacht gegenereerd voor de onmisbare naslagwerken waar hierboven al aan werd gerefereerd. Voor verklarende en vertaalwoordenboeken is er zelfs een apart artikel aangemaakt, en ook valt er een taalspecifieke lijst met encyclopedieën en andere naslagwerken te raadplegen.

Het huidige vertoog blijft toch vooral draaien rond ‘nieuwe technologieën’, technologieën die de literair vertaler (in het beste geval) in staat moeten stellen om gestructureerder te werken, vlotter inzicht in de brontekst te verwerven en/of flukser met een geslaagde vertaaloplossing op de proppen te komen. Ook deze technologieën worden al in een aantal bijdragen op de Kennisbank benoemd en besproken. Te denken valt aan de 'vroege' bijdrage van Huub Stegeman die het taboe rond technologiegebruik bespreekbaar probeert te maken en een lans breekt voor technologische ondersteuning. Ook in een stukje waar vertalers uitweiden over hun werkwijze in de rubriek Vertalers vertellen worden technologische hulpmiddelen even aangestipt. Specifieker van aard zijn de verschillende duiten die Lisa Horenberg in het zakje heeft gedaan. Op de Kennisbank treffen we een beschouwing op haar scriptieonderzoek rond dataminingtools en CAT-tools, een reflectie op een rondetafelgesprek en een verslag over een congres rond technologie en literair vertalen. In de artikels van Horenberg blijft het hete hangijzer van het vertaaltechnologische debat, de machinevertaling, nooit lang buiten beeld.5 

Na de ELV-studiemiddag ‘Literair vertalen en technologie: geen match made in heaven, maar toch een relatie’ (Antwerpen, 21 oktober 2022) leek de tijd rijp om zoveel mogelijk nieuwe inzichten op dat schurende snijvlak van literaire vertaling en technologie te bundelen. De aandacht wordt in dit dossier bepaald tot thema’s die vooral vertalers en vertalers in opleiding bezighouden – of zouden moeten bezighouden. Het gaat hierbij om:

De artikels in dit dossier zijn geschreven door verschillende vertalers en specialisten uit de vertaalwetenschap. Aangezien er slechts ruimte is voor een inleiding tot de thema’s die zij behandelen, wordt elk artikel aangevuld met verwijzingen en suggesties voor verdere verdieping. De leeslijst biedt zeker geen uitputtend overzicht van de beschikbare vakliteratuur, maar kan de lezer wel aansporen om zich verder te verdiepen. Ik hoop dat dit dossier de verstandhouding tussen vertalers en technologie in enige mate wijzigt; dat het de lezer bewust maakt van vertaling als ‘prothetische’ activiteit, de interesse in onbekende technologieën wekt en verantwoord technologiegebruik bevordert.

1 Een goed voorbeeld is post-editing rond de millenniumwisseling; machinevertaling bestond, maar het was efficiënter om ‘from scratch’ te vertalen dan om de machineoutput te corrigeren. Vertalers moesten te veel basale fouten in de machinevertaling te corrigeren. Dit drukte de productiviteit maar zorgde bovendien voor ergernis onder vertalers. Zie Melby, A.K. (1992). The Translator’s Workstation. In J. Newton (red.), Computers in Translation: a practical Appraisal(pp. 147-165). Londen: Routledge. Zie ook Sager, J. (1994). Language Engineering and Translation: Consequences of Automation. Amsterdam: Benjamins.

2 Een bekende smart service die we in de hotelbranche aantreffen, is de automatische registratie van gasten. Receptiewerk wordt wegbezuinigd.

3 Dit hebben softwareontwikkelaars ook in de hand gewerkt. Ze hebben stevige beloften gedaan, bijvoorbeeld de belofte, die teruggaat tot de jaren 1950, dat machines binnen vijf jaar ‘fully automated high quality translations of unlimited texts’ zouden produceren. Schimpscheuten zijn na dergelijke beloften nooit ver weg geweest.

4 Ruffo, P. (2022) Collecting literary translators' narratives: towards a new paradigm for technological innovation in literary translation. In J. Hadley, K. Taivalkoski-Shilov, C. Teixeira & A. Toral (red.) Using Technologies for Creative-Text Translation (pp. 18-39). Londen: Routledge.

5 En misschien is een kantlijnverwijzing naar het ELV-dossier over de financiële positie van vertaler in Nederland en België niet overbodig. Technologie wordt in dit dossier niet behandeld, maar in de zakelijke wereld wordt technologisering gezien als een van de oorzaken van de zogenaamde ‘race to the bottom’.