Vertaling:
Het was een heerlijke maaltijd.
‘Waar heb je die jam vandaan?’ vroeg de muis.
‘En dat tafelkleed?’
De eend knabbelde aan een korstje.
‘Hel zal je nog verbazen wat je allemaal aantreft in een wolf.’
‘Het is hier gezellig,’ zei de muis.
‘Het is mijn huis,’ zei de eend.
‘Wóón je hier?’
‘Ik woon hier prima! Ik mag dan misschien opgeslokt zijn, maar dat betekent nog niet dat ik me laat opeten.’
(Uit: De wolf, de eend & de muis, Mac Barnett en Jon Klassen)
Probeer je dan ook op een bepaalde manier in contact te blijven met het taalgebruik van kinderen, om erachter te komen hoe kinderen anno nu praten, welke woorden ze gebruiken?
Ik doe geen onderzoek of zo, het is meer een aanvoelen. Nu moet ik ook wel zeggen dat ik niet zo gauw boeken zal vertalen, of schrijven, die heel erg op de huid van de tijd zitten qua taal, of die in een bepaald segment van de tiener- of jeugdcultuur moeten passen. Dan ga ik fouten maken, daar ben ik niet van op de hoogte. Over De Boomhut zei ik daarnet wel: het moest zo’n taal zijn die overal gewoon te horen is, maar dat is natuurlijk niet écht zo. Ook in het origineel is die taal uiteindelijk een construct, een artificiële vorm die Andy Griffiths heeft geschreven, maar die heel verstaanbaar is. Als je werkelijk zou gaan luisteren hoe een groep jongetjes in Perth met elkaar praat, dan zullen die toch net iets anders klinken dan de jongetjes in het boek. Een boek is altijd een kunstzinnige weergave van de werkelijkheid, maar het geeft wel de indruk dat het de werkelijkheid kán zijn, dat je die taal overal zou kunnen horen. En bovendien is er natuurlijk ook niet één kindertaal. Dat is per regio anders, tussen onze twee landen is het al heel verschillend, tussen leeftijden ook. Het is natuurlijk anders als een boek heel specifiek gericht is op vijftienjarigen die in Amsterdam op het vwo zitten, dan moet je hun taalgebruik natuurlijk gaan onderzoeken. Maar dat soort boeken zou ik zelf nooit vertalen.
Is dat de reden waarom je geen Young Adult-literatuur vertaalt? Omdat je minder voeling hebt met die taal?
Nee, ik heb er doorgaans gewoon niet genoeg tijd voor. Ik ben nu overigens wel een Young Adult-roman aan het vertalen voor Blauw Gras, uit het Noors, omdat ik merkte dat ik wel voeling had met de stijl en taal van het boek.
Ja, want je vertaalt dus uit het Engels, Frans en Noors, maar ook weleens uit het Zweeds, Spaans, Duits… Heb je een voorkeur voor een bepaalde taal? En is je kennis van al die talen even diepgaand?
Nee, dat kan natuurlijk niet. Maar volgens mij is dat ook niet altijd het belangrijkste. Het is geen vereiste dat ik perfect Frans spreek, het gaat erom dat ik de tekst begrijp en vervolgens in perfect Nederlands omzet. Dat Nederlands, dat is mijn taal, de taal die ik ook nog eens als schrijver hanteer. Ik wil dat de lezer voelt dat een boek met gevoel voor de Nederlandse literatuur is geschreven, of vertaald. Dat doet meer een beroep op mijn schrijverschap dan op mijn kennis van, bijvoorbeeld, de Franse taal. Als ik een vertaling aangeboden zou krijgen van een auteur die heel graag zijn kennis van zijn eigen taal wil etaleren, met ingewikkelde lange zinnen vol bijzinnen en bijvoeglijke naamwoorden, dan kan ik dat niet doen. Maar ik vertaal natuurlijk voor kinderen, waar dat meestal niet aan de orde is. Behalve in slechte kinderboeken, en dan vind ik dat meteen lastig. Hoe beter een boek geschreven is, hoe makkelijker het te vertalen is, vind ik. Als een auteur de hele tijd naar wéér een ander bijvoeglijk naamwoord zoekt, of wéér een andere manier van ‘zegt hij’ uitprobeert, maakt dat het vertaalproces een stuk lastiger.
Zijn er naar jouw gevoel verschillen qua taal en stijl tussen kinderboeken uit verschillende taalgebieden? Een vaak gehoorde bewering is bijvoorbeeld dat het register in Franse jeugdboeken altijd een paar trapjes hoger zit dan wat we in het Nederlands gewend zijn, en dat je bij het vertalen automatisch wat moet downtunen.
Ja, dat herken ik wel. Nu is het natuurlijk wel zo dat de Franse jeugdboeken die bij ons vertaald worden geen dwarsdoorsnede vormen van de Franse jeugdliteratuur, het zijn toch meestal boeken uit het meer literaire segment, die eruit springen qua taal. Er zullen ongetwijfeld Franse boeken zijn die rustiger en minder showy zijn, die stilistisch veel minder hoog zitten, maar die krijgen we hier niet aangeboden omdat we dat soort boeken zelf voldoende voorhanden hebben in het Nederlands. Bij Engelstalige boeken is mijn ervaring dan weer dat daar toch minder op… gepolijst wordt. Er zitten vaak lange zinnen in, met vier bijzinnen enzovoort, die je in het Nederlands moet splitsen om het leesbaar te houden, of je ziet dat er tot vervelens toe met adjectieven wordt gegoocheld – dat merk ik meer in de Engelstalige boeken die ik vertaal dan in de Zweedse, Noorse of Duitse. Maar goed, er wordt enorm veel uit het Engels vertaald, dus is het normaal dat daar ook commerciële boeken bij zitten die niet per se zo goed geschreven zijn. Bij die andere landen zijn het echt alleen maar de pareltjes die eruit gevist worden, dus dit zegt waarschijnlijk niet noodzakelijk iets over de staat van ‘het’ kinderboek in die landen.