Van beginner tot expert: leiden alle wegen naar Rome?
Tot voor kort waren de competenties van de literair vertaler gehuld in een abstracte, moeilijk te (be)vatten en haast geheimzinnige nevel die de navigatie bemoeilijkte en menigeen op een dwaalspoor bracht. Keer op keer werd herhaald dat literair vertalers over talloze en zeer uiteenlopende competenties moeten beschikken, en daar bleef het vaak bij.
Het PETRA-E Europees referentiekader voor de opleiding en deskundigheidsbevordering van literair vertalers is een poging om de nevel te verdrijven door de kennis, vaardigheden en attitudes te benoemen en in kaart te brengen en (aankomende) literair vertalers een kompas aan te reiken. Maar hoe werkt het referentiekader? Wat is de meerwaarde?
Competenties
Bij wijze van summiere samenvatting: het gaat om een combinatie van een leerlijn (vijf niveaus) en een competentielijst (acht competenties). De transfercompetentie maakt het mogelijk om literaire vertaalproblemen te detecteren, verschillende oplossingen aan te dragen, hun effect in te schatten en een beredeneerde keuze te maken. De talige competentie staat borg voor grondig lezen in de brontaal en creatief schrijven in de doeltaal, met onder meer oog voor variatie in tijd, ruimte en register en gemarkeerd versus ongemarkeerd taalgebruik.
De tekstuele competentie biedt inzicht in literaire genres en tekstsoorten en opent de deur naar literatuur in al haar diversiteit. De heuristische competentie stelt de literair vertaler in de gelegenheid zowel analoge als digitale talige en thematische kennis te verzamelen. De literair-culturele competentie getuigt van een gedegen kennis van bron- en doelcultuur, waarin aandacht wordt besteed aan gelijkenissen, verschillen, literaire tradities, intertekstualiteit en cultuurspecifieke elementen. De professionele competentie verlegt het accent van het ‘vertalen’ naar het ‘vertaler zijn’ en biedt garantie voor professionaliteit en beroepsethiek (termijnen, tarieven, verenigingswezen, subsidies, netwerken, enzovoort).
De evaluatieve competentie zorgt ervoor dat de literair vertaler in staat is om zichzelf en andere vertalers en eigen en andermans vertalingen te evalueren. De onderzoekscompetentie, ten slotte, verwijst naar het vermogen om methodisch onderzoek te doen naar literaire vertalingen en alle andere aspecten van het vertaaluniversum vanuit de kennis en toepassing van de verschillende vertaaltheorieën. Deze competenties groeien naarmate de literair vertaler van niveau verandert: van beginner naar gevorderde, beginnend professional en professional tot expert.
Dankzij de toevoeging van subcompetenties en descriptoren (beschrijving van kennis, vaardigheden en attitudes) ontpopt dit referentiekader zich tot een bijzonder gebruikersvriendelijk en gemakkelijk toepasbaar ‘groeimodel’ dat literair vertalers in om het even welke fase van hun loopbaan en ongeacht hun talencombinatie helpt een antwoord te formuleren op de vragen: wat KAN/KEN ik en wat WIL ik KUNNEN/KENNEN? Het maakt daarbij niet uit waar of op welke wijze de competenties zijn of worden aangeleerd. Anders gezegd, de traditionele grenzen tussen theorie en praktijk, tussen academische en niet-academische opleidingen, worden overbrugd. Verder is het model flexibel en houdt het geen enkele verplichting in. Het beschrijft alle competenties en subcompetenties die een vertaler KAN verwerven in de loop van zijn of haar carrière, maar uiteindelijk is het de vertaler zelf die het traject uitstippelt en beslist wat voor soort professional hij of zij wil worden. Dankzij het open karakter van het referentiekader is het mogelijk om indien nodig descriptoren toe te voegen of te schrappen.
De allerpersoonlijkste uitdrukking van een allerpersoonlijkst traject
Het verdrijven van de nevel biedt in tal van opzichten een meerwaarde. Terwijl de wegen naar Rome vroeger nogal eens omwegen waren, kan de (aankomende) literair vertaler nu zelf met kennis van zaken zijn koers bepalen en bij wijze van spreken recht op zijn doel afstevenen. Het referentiekader zorgt voor overzicht, waardoor niet langer in het duister hoeft te worden getast. Dit bespaart tijd en nodeloze inspanningen en leidt tot meer efficiëntie. Bovendien dwingt deze aanpak de vertaler tot zelfontleding en zelfreflectie, een punt dat ongetwijfeld bijdraagt aan een geslaagde loopbaan.
Een ander voordeel is dat het referentiekader de literair vertaler enerzijds een ‘universeel’ analytisch model aanreikt en anderzijds de diversiteit bevordert. Immers, er zijn niet één maar vele wegen naar Rome mogelijk. Ik zou de lezer dan ook willen uitnodigen om de leerlijn om te dopen tot de allerpersoonlijkste uitdrukking van een allerpersoonlijkst traject aan de hand van de volgende twee vragen:
- Wat KEN/KAN ik al (en HOE/WAAR heb ik die competenties verworven)? Waar bevind ik mij op de leerlijn?
- Wat WIL ik KENNEN/KUNNEN (en HOE/WAAR kan ik die competenties verwerven)? Waar wil ik heen?
Hier vind je een online-exemplaar waarin je de kennis, vaardigheden en attitudes aan kunt klikken die je (1) al verworven hebt en/of (2) graag wilt verwerven. Vervolgens kun je beide pdf-bestanden opslaan. Een andere optie is om het document uit te printen en de respectieve descriptoren in twee verschillende kleuren te markeren. Teneinde een zo volledig en objectief mogelijk beeld te krijgen is het raadzaam om een docent of bevriend vertaler te vragen je niveau en toekomstprofiel te evalueren en deze visies te vergelijken met je eigen visie.
In wat volgt zal ik bovenstaande toepassingen illustreren aan de hand van een fictief voorbeeld en zal ik een aantal mogelijke vervolgstappen aanreiken.
Voorbeeldinvulling
Hoe en waar? | Competenties |
---|---|
|
|
|
|
|
|
|
|
In tabel 1 heb ik de mogelijke opgedane ervaring van een fictieve vertaler ingevuld, met daarnaast de competenties die bij deze ervaring aansluiten. Uit de tabel blijkt dat de fictieve vertaler in alle opzichten algemeen competent is, maar zich met name moet toeleggen op de ‘literaire’ vertaalcomponent om een competent literair vertaler te worden. Hij bevindt zich op de leerlijn wellicht ergens tussen LT2 en LT3, met uitschieters naar LT4 en misschien zelfs LT5, bijvoorbeeld voor wat betreft kennis van de Italiaanse en Nederlandse taal, gebruik van referentiemateriaal en zoeken op het internet of evaluatieve vaardigheden.
Om het beoogde doel te bereiken kan de vertaler uiteraard beslissen een master literair vertalen te volgen die hem in de gelegenheid stelt aan alle competenties tegelijk te werken. Indien hij echter fulltime op freelancebasis wil blijven werken, kan hij echter ook kiezen voor korte, specifieke opleidingsformules die concrete subcompetenties en descriptoren viseren, zoals in onderstaande tabel wordt gesuggereerd.
Kennis, vaardigheden en attitudes | Mogelijke vervolgstappen |
---|---|
TRANSFER literair vertalen |
|
TAAL EN TEKST |
Cursus creatief schrijven |
HEURISTIEK en PROFESSIONALITEIT |
Workshop georganiseerd door een vereniging van literair vertalers |
Om vervolgstappen te kunnen ondernemen die de overgang van het ene niveau naar het andere bevorderen is het van fundamenteel belang om actief en gericht op zoek te gaan naar opleidingen en opleidingsmateriaal. Naast de ‘reguliere’ weg van bachelors en masters bestaat er zowel in Nederland als Vlaanderen als in de overige doel- en brontaallanden een waaier aan andere mogelijkheden, waaronder onlinecursussen, beurzen, mentoraatsprogramma’s, webinars, workshops, tijdschriften voor literair vertalers zoals Filter voor het Nederlandse taalgebied of Vasos comunicantes in Spanje, kennisbanken zoals die van het ELV, vertalersblogs, congressen, rondetafels, lezingen, vertalersslams, boekenbeurzen, al dan niet afhankelijk van de talencombinatie, het genre, de beoogde competentie... De online en streaming opties aangeboden door universiteiten, vertalersverenigingen, bibliotheken en instellingen allerhande winnen in de huidige omstandigheden terrein en zijn voor iedereen toegankelijk op om het even welke plek en op eender welk tijdstip.
Het antwoord op de vraag ‘wat voor soort vertaler wil ik worden’ leidt tot verschillende vervolgstappen. Een literair vertaler die als onderzoeker wil groeien, heeft ongetwijfeld baat bij de CETRA SUMMER SCHOOL, terwijl de ESLT Summer School van PETRA-E eerder inspeelt op de behoefte om didactische vaardigheden te verwerven en het CELA-project vooral praktijkgericht is, om maar enkele voorbeelden te noemen. Zo is er voor iedereen wat wils. Zelfstudie en levenslang leren waren nog nooit zo voor de hand liggend als nu. Het is aan de (aankomende) literair vertaler om uitgaande van zijn allerpersoonlijkste leerlijn het kaf van het koren te scheiden en een eigen route uit te stippelen.
Tot slot
De leerlijn is en blijft ‘work in progress’. Het is een instrument door en voor ons allemaal. En er is nog veel werk aan de winkel. Om de verschillende kenniselementen, vaardigheden en attitudes aan te leren is specifiek didactisch materiaal onontbeerlijk. Anderzijds dienen passende evaluatievormen te worden ontwikkeld om de (sub)competenties te evalueren. Samenwerking tussen instellingen, opleiders en (aankomende) literair vertalers is in dit opzicht van essentieel belang. Mis je bepaalde modules, concrete oefeningen of activiteiten? Je kunt je tips, suggesties of ideeën kwijt bij literair.vertalen@uu.nl of petra-e@taalunie.org.
Leiden alle wegen naar Rome? Vroeg of laat wel, maar de leerlijn oriënteert de reiziger en stelt hem in staat omwegen te vermijden en recht op het beoogde doel af te stevenen.
Goedele De Sterck
desterck@usal.es
Universidad de Salamanca