Verander iets - Over vertaalstrategieën

Geplaatst op: 26 oktober 2022

Een literaire tekst vertalen vergt een plan van aanpak. Je komt bij een literaire tekst voor zoveel ‘bumps in the road’ te staan dat je heel wat bewuste beslissingen moet nemen.

Afbeelding van een schaakbord met stukken

Vertalen in ‘cruise mode’ (Pym, 2018) kan je zelden doen. Een planmatige manier van werken wordt in de vertaalwetenschap vaak gevat onder de term ‘vertaalstrategie’. Vertaalstrategieën worden erg druk bediscussieerd in de vertaalwetenschap, met telkens weer andere definities en categoriseringen. Zeker ook voor het opleiden van vertalers zijn vertaalstrategieën belangrijk, zo meent onder meer de Australische vertaalwetenschapper Anthony Pym: ‘(they) continue to be useful pedagogically, specifically for making trainee translators aware of the range of options available to them’ (Pym, 2018, p. 42), ‘didactisch blijven ze erg belangrijk, vooral om vertaalstudenten bewust te maken van het brede scala aan keuzes dat ze ter beschikking hebben’.

Vooraf of achteraf

Een vertaalstrategie kan je vooraf bepalen. Soms vertrek je daarbij vanuit een duidelijke opvatting over wat een ‘goede’ vertaling is (prescriptieve strategieën). Zo is het prescriptief om te stellen dat je ‘beter’ metaforen schrapt als je een financiële tekst uit het Engels naar het Roemeens vertaalt omdat het Engelse financiële jargon veel meer metaforen gebruikt dan het Roemeense (Schäffner, Tcaciuc & Tesseur, 2014). Andere strategieën gaan niet zozeer uit van een vooraf bepaald onderscheid tussen een ‘goede’ en een ‘slechte’ vertaling, maar hangen gewoon af van je eigen voorkeuren. Zo kan je zelf kiezen of je bij het vertalen van een rijmend gedicht uit het Russisch in het Nederlands het rijm weglaat (niet prescriptief dus, zelfs al zullen sommigen stellen dat er ook in dat geval maar één juiste keuze is). In een vertaalopleiding of bij vertaalkritiek wordt de term vertaalstrategieën ook vaak gebruikt bij  het vergelijken van bestaande vertalingen met hun brontekst, achteraf dus. Je bekijkt dan bijvoorbeeld welke strategieën twee Iraanse vertalers van Steinbecks Of Mice and Men hebben toegepast bij het vertalen van de passages in het dialect: maken ze er standaardtaal van, gebruiken ze een Iraans dialect of verzinnen ze een nieuwe variant? (Ala & Salahshoor, 2019). Dan bestudeer je vertaalstrategieën om met behulp van die analyse iets te kunnen zeggen over een vertaling, een vertaler, een periode, een genre, een cultuur en dergelijke. Ook hier kan je prescriptief te werk gaan: een vertaalcriticus zal sommige vertaalkeuzes ‘juist’ en andere ‘verkeerd’ vinden. Vertaalwetenschappers nemen daarentegen meestal geen prescriptieve, maar een descriptieve houding aan; ze beschrijven en interpreteren de gemaakte vertaalkeuzes zonder waardeoordeel. Uiteraard kan het ook helpen voor je eigen vertaalactiviteit als je andermans strategieën hebt bestudeerd.

Elke stap kan strategisch zijn

Sommige onderzoekers beschouwen vertaalstrategieën als iets heel ruims, in die zin dat er bij elke stap van het vertalen strategisch gedrag aan te pas komt. Zo kan je strategieën hebben om een tekst die je gaat vertalen te lezen (Noble, 2019) of strategieën om dingen op te zoeken (Van de Poel, 2019). Je kan strategieën ontwikkelen om een vertaling in samenwerking te maken (met een andere vertaler, of zelfs met de auteur, Damsma & Miedema, 2019 en Hoekmeijer, 2019) of strategieën gebruiken voor je timemanagement of de communicatie met de uitgever. Uiteraard worden ook strategieën om machinevertaling in te zetten steeds belangrijker (en revisiestrategieën, Van Campenhout & Willems, 2019). Elk planmatig gedrag in verband met je vertaalopdracht wordt eigenlijk tot je vertaalstrategieën gerekend. Maar meestal wordt de term voorbehouden voor strategisch gedrag tijdens het vertalen zelf, dus bij je vertaalkeuzes (voor enkele goede voorbeelden daarvan, zie Linn, 2019).

Keuze of verplichting

Sommige vertaalkeuzes zijn niet optioneel maar verplicht, doordat bijvoorbeeld de grammatica ze voorschrijft. Denk daarbij aan het expliciteren van een persoonlijk voornaamwoord bij een vervoegd werkwoord als je uit het Spaans in het Nederlands vertaalt (canto – ik zing). Sommige zweven tussen de twee, bijvoorbeeld het typische geval van het vertalen van Engelse deelwoordconstructies: het is niet onmogelijk om in het Nederlands ook een deelwoord te gebruiken maar het heeft veelal de voorkeur dat te vermijden (looking at her phone she crossed the street – kijkend naar haar telefoon stak ze de straat over). Als een vertaalkeuze verplicht is, is het eigenlijk geen strategie te noemen. Ook als je onbewuste vertaalkeuzes maakt, is er geen sprake van een strategie. In de vertaalwetenschap wordt ook over ‘universalia’ gesproken, vertaalverschuivingen die niet typisch zijn voor een vertaler of een talenpaar, maar voor ‘vertaalde taal’ tout court: zo heb je als vertaler ‘altijd’ de neiging om te expliciteren, te vereenvoudigen of om overdreven vaak elementen te gebruiken die specifiek zijn voor de doeltaal. Ook universalia zijn geen vertaalstrategieën, al kan het wel je strategie zijn die ‘valkuilen’ net te vermijden.

Beantwoorden aan normen

Een vertaalstrategie staat uiteraard niet op zichzelf, maar is afhankelijk van allerlei (impliciete of expliciete) normen. Ook ‘norm’ is een term die in de vertaalwetenschap druk bediscussieerd is (die discussie laten we hier buiten beschouwing). Chesterman verwoordt de relatie tussen norm en strategie als volgt: ‘strategies are ways in which translators seek to react to norms: primarily, but not necessarily always, to try to conform to them’ (Chesterman 2016, p. 86), ‘vertalers gebruiken strategieën als reactie op normen: meestal, maar niet noodzakelijk, om aan die normen te voldoen’. Die normen kunnen van overal komen. Je hebt normen die opgelegd worden door de uitgever, maar je hebt evengoed normen vanuit de vertaler zelf, vanuit diens waardensysteem en literatuuropvatting. Toen Suzanne Braam in de jaren ’90 de opdracht kreeg een moderne vertaling te maken van de kinderboekenreeks Pinkeltje volgde ze de norm van de uitgever (die de boeken te ouderwets vond om zo opnieuw uit te geven) maar ook haar eigen normen: ‘Ik vind dat zo'n kletskoek, een volwassen mannetje met een baardje dat voortdurend met tranen in zijn ogen zit’, en dus schrapte ze bijna alle scènes waarin Pinkeltje huilt (Brems, in druk). Maar ze beantwoordde zeker ook aan de normen van de doelcultuur, die weliswaar nog steeds Nederland was, maar wel 30 jaar later. Ze schrapte bijvoorbeeld het n-woord. De normen van de doelcultuur zijn erg belangrijk om je vertaalstrategie te bepalen. Zo is er bijvoorbeeld in de UK een restrictievere norm ten opzichte van Hitlergrappen dan in Nederland, waardoor Michele Hutchison toen ze De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld vertaalde voor de Britse markt strategisch een Hitlergrap geschrapt heeft (wat de Volkskrant ‘gevoeligheidsflauwekul’ noemde, Vlaar, 2020). Voor een vertaler is het dus belangrijk om de normen van de doelcultuur te kennen om er je vertaalstrategie aan aan te passen (hoewel je er natuurlijk ook voor kan kiezen om normdoorbrekend te vertalen).

Het grote plaatje en de kleine beslissingen

Sommige onderzoekers maken een onderscheid tussen meer globale strategieën die voor je hele vertaling gelden en de reeks voortdurende kleine beslissingen die je al vertalend maakt. Zo spreekt Yves Gambier voor het eerste over ‘strategie’ en voor het tweede over ‘tactiek’ (Gambier, 2010). Een globale strategie heeft natuurlijk invloed op de lokalere beslissingen. Bij het vertalen van het gedicht ‘Mladenets materi moeka’ van de futuristische Russische dichter Velimir Chlebnikov koos Jan H. Mysjkin ervoor om volop in te zetten op de alliteratie van de m-klank (en dus op het vertalen van de vorm), terwijl Miriam Van hee in haar vertaalstrategie die m-klank minder belangrijk vond dan het overbrengen van de betekenis. Dat levert twee totaal verschillende vertalingen op van hetzelfde gedicht (bijvoorbeeld de eerste regel: ‘Moekes marteling is haar manneken’ vs ‘Kind, kwelling van zijn moeder’) (Boulogne & Brems, 2022).

Als het over globale vertaalstrategieën gaat, komt erg vaak de tweedeling vervreemdend versus naturaliserend vertalen naar voren (hoewel die tweedeling even vaak bekritiseerd wordt als ze wordt toegepast). Het gaat er dan over of je ervoor kiest om de tekst helemaal naar je eigen taal en cultuur te halen of dat je er juist voor kiest om het ‘vreemde’ van een tekst nog te laten doorschemeren. Toen manga-strips bij ons nog niet zo bekend waren, kozen uitgevers ervoor om ze in vertaling van links naar rechts te doen lezen, zoals we bij ‘westerse’ strips gewoon zijn (naturaliserend). Nu kiezen uitgevers ervoor om manga’s, zoals in het Japans, van rechts naar links af te drukken, waardoor ze een deel van hun Japanse karakter behouden (vervreemdend). Het naturaliseren kan soms heel ver gaan, zo wordt in de Franstalig-Belgische kinderboekenreeks Martine van Gilbert Delahaye in het Nederlands niet enkel de naam van het hoofdpersonage vernederlandst maar ook die van de auteur: Tiny van Gijs Haag (Brems, 2021). Meestal is er natuurlijk een combinatie van de twee: vervreemden en naturaliseren. De vertaling die Maria Postema maakte van het young adult boek Long Way Down van Jason Reynolds kiest er enerzijds voor om het verhaal zich nog steeds te laten afspelen in de VS, maar anderzijds vervangt ze wel consequent Amerikaanse maateenheden als ‘foot’ en ‘inch’ door maateenheden uit het metrisch stelsel (Jossa, 2022). Er zijn natuurlijk nog veel andere vertaalstrategieën (behalve naturaliseren/vervreemden) denkbaar die je ‘globaal’ zou kunnen noemen en die de hele tekst bepalen, bijvoorbeeld de keuze die Kader Abdolah maakte om de Koran als literatuur te vertalen en niet als een sacrale tekst, of de keuze die Mario Molegraaf maakte om in zijn vertaling van Hitlers Mein Kampf diens warrige schrijfstijl niet op te poetsen. Zo’n vertaalstrategie voor ogen houden helpt om beslissingen op microniveau te maken.

Categorisering van de kleine beslissingen

Er bestaan heel veel categoriseringen van vertaalstrategieën op microniveau, van heel eenvoudige tot heel ingewikkelde. De allereenvoudigste heeft Andrew Chesterman geformuleerd: ‘At its simplest, such a taxonomy might consist of a single strategy only: Change something’ (Chesterman, 2016, p. 89), ‘In zijn eenvoudigste vorm zou een dergelijke classificatie uit slechts één strategie kunnen bestaan: Verander iets’ (Chesterman, 2004, p. 243). Maar daar kun je noch als vertaler noch als onderzoeker iets mee en dus stelt hij zelf een vrij makkelijk te hanteren model op in drie categorieën: syntactische, semantische en pragmatische veranderingen. Vinay en Darbelnet hebben dan weer twee grote categorieën: ‘traduction littérale’ en ‘traduction oblique’, wat neerkomt op letterlijke vertaling en afwijkende vertaling (Vinay en Darbelnet, 1958). Pym (2018) heeft drie grote categorieën: ‘copying’, ‘expression change’ en ‘material change’ (overnemen, verandering van vorm en verandering van inhoud). Telkens hebben die categorieën weer veel onderverdelingen. Heel eenvoudig is het model uit de retorica waarbij er gewerkt wordt met slechts vijf strategieën: weglating, toevoeging, vervanging, verplaatsing, herhaling. Delabastita (1989) werkt er bijvoorbeeld mee voor het bestuderen van ondertiteling en Kaindl (1999) voor het bestuderen van stripvertaling. Want inderdaad, er worden niet alleen veel categoriseringen ontworpen voor vertalingen in het algemeen, maar ook voor specifieke genres of specifieke problemen: er zijn vertaalstrategieën opgelijst voor het vertalen van onder meer opera’s, liedteksten en prentenboeken of voor het vertalen van onder meer humor, dialoog, dialect etc. Die categoriseringen worden dan vaak door andere onderzoekers overgenomen en aangevuld of becommentarieerd. Zo gaan Tarakcioğlu en Kalipci aan de slag met categorieën die Leppihalme in 1997 heeft bedacht voor het vertalen van allusies als ze onderzoeken hoe allusies in Simpsonstrips in het Turks zijn vertaald (Tarakcioğlu & Kalipci, 2020), of gebruikt Inkyoung (2015) de categorisering van Newmark om de vertaling van Koreaanse kinderboeken naar het Engels te onderzoeken. Het meest gebruikt, en het meest geliefd bij studenten, zijn de categoriseringen die te maken hebben met het vertalen van cultuurspecifieke elementen, zoals het model van Aixelà (1997) of van Grit (2010). Cultuurspecifieke elementen vormen natuurlijk vaak opvallende vertaalproblemen die om een strategische aanpak vragen. Bij jeugdboeken zie je vaak neutralisatie of naturalisatie in plaats van vervreemding als globale strategie, wat dan weer leidt tot een reeks kleine ingrepen. Vertaler Daniel Cunin vervangt bijvoorbeeld in zijn vertaling van Broere van Bart Moeyaert ‘koetjesreep’ door ‘barre de chocolat’, een zogenaamde ‘neutralisatie’ (Gilson, 2021). Een planmatige aanpak zie je vaak ook bij het vertalen van eigennamen. Bij Harry Potter bijvoorbeeld heeft de vertaler Wiebe Buddingh’ ervoor gekozen alle eigennamen (behalve die van Harry zelf!) te vernederlandsen. Dat is een globale vertaalstrategie die tot veel kleine beslissingen (en vondsten!) heeft geleid.  

Impliciet of expliciet

Voor hun bachelor- of masterproef gaan studenten vaak op zoek naar de impliciete vertaalstrategie van een bepaalde vertaler door de vele kleine ingrepen die ze bij een vergelijking van bron- en doeltekst oplijsten te labelen. Als er een patroon in te ontwaren valt, dan kunnen ze hypotheses formuleren over de gevolgde vertaalstrategie. Zo keek een bachelorstudente aan de KU Leuven naar twee vertalingen die Annie M.G. Schmidt maakte van Little Golden Books (Vos, 2020). Ze vond dat Schmidt uitroepen en klanknabootsingen toevoegde en dat ze de interactie tussen voorlezer en kind activeerde door vragen en antwoorden in te lassen. De vertaalstrategie lijkt dus te zijn dat Annie M.G. Schmidt de verhaaltjes meer geschikt wilde maken om voor te lezen. Een vertaler kan zijn of haar strategie ook expliciet maken door een voorwoord te formuleren. Dat komt vaak voor bij de vertaling van klassiekers of bij hervertalingen. Zo schrijft Thérèse Cornips in haar vertaling van Die Leiden des Jungen Werthers dat ze ervoor geopteerd heeft om heldere, gewone taal te gebruiken (net als Goethe), wat ertoe geleid heeft dat ze hier en daar een ‘Ach!’ heeft weggelaten (Goethe, 1988). Ook in interviews kunnen vertalers hun vertaalstrategie expliciteren, zoals Tom Lanoye die over zijn vertaling van de Britse War Poets zegt dat hij de gedichten van de War Poets bewerkt heeft alsof er een naamgenoot van hem in de loopgraven zat die één grote bundel schreef waarin hij zijn wanhoop uitschreeuwde. In Niemands Land zijn dus alle individuele Britse dichters overstemd door één Lanoye (Lanoye, 2002), wat hem meteen de vrijheid gaf om sterk in te grijpen.

Nut van een vertaalstrategie

Het is dus zinvol voor vertalers om zich bewust te zijn van de normen die gelden voor een bepaalde vertaling die ze willen aanvatten en zich daartegenover een houding aan te meten. Vervolgens kunnen ze een globale vertaalstrategie voor ogen houden die kan helpen om lokaal strategische beslissingen te nemen. Toch lost een globale strategie uiteraard niet alles op en is het vaak niet mogelijk om helemaal consequent te zijn op microniveau. Voor de kleine ingrepen kan een vertaler zich altijd wenden tot bestaande modellen, om de waaier aan vertaalmogelijkheden te leren kennen, bijvoorbeeld voor het vertalen van straattaal of het vertalen van fantasy, als die uitdagingen zich voordoen. Daarvoor kan je terecht bij vertaalwetenschappelijke publicaties, die je kan opzoeken in bibliografische databanken als Translation Studies Bibliography. Zo kan de vertaalwetenschap een vertaler voeden in zijn of haar reflectie over een vertaalstrategie, net zoals vertalers met hun vertaalwerk de vertaalwetenschap helpen bij het uitbenen van die term en al haar mogelijke definities, toepassingen en categorieën.

 

Ala, M., & Salahshoor, F. (2019). A descriptive comparative study of the strategies applied for the translation of the vernacular dialect of John Steinbeck’s Of Mice and Men as a sociolect into Farsi. Babel. Revue Internationale de La Traduction / International Journal of Translation, 65(4), 538–561.

Aixelá, J.F. (1996). Culture-specific Items in Translation. In A. Roman & M. Vidal (Eds.) Translation, Power, Subversion (52-78). Multilingual Matters.

Brems, E. (2021). Brousse, Rimboe, Oerwoud or Jungle? Retranslations as Sites of Negotiations. Dutch Crossing, 45(2), 121–132.

Brems, E. (forthcoming). Pinkeltje remains Pinkeltje. Intralingual translations of a Dutch children’s icon. In L. Pillière & O. Berk Albachten, The Handbook for Intralingual Translation. Routledge

Boulogne, P. & Brems, E. (2022). Het leven gaat van oost naar west. Miriam Van hee als vertaler. In C. Destrycker & Y. T’Sjoen (Reds.),), Van hee handboek (pp. 111-120). Poëziecentrum.

Chesterman, A. (2004). Vertaalstrategieën: een classificatie. In T. Naaijkens, C. Koster, H. Bloemen & C. Meijer (Reds.), Denken over vertalen. Tekstboek vertaalwetenschap (pp. 243-262). Vantilt.

Chesterman, A. (2016). Memes of translation: The spread of ideas in translation theory (Revised Edition). John Benjamins Publishing Company.

Delabastita, D. (1989). Translation and mass-communication: film and T.V. translation as evidence of cultural dynamics. Babel, 35(4), 193-218.

Gambier, Yves. (2010). Translation strategies and tactics. Handbook of Translation Studies, 1, 412–418.

Gilson, G. (2021). Nederlandstalige jeugdliteratuur in het buitenland: Bart Moeyaert (onuitgegeven masterproef KU Leuven)

Goethe, J.W. (1988). Het lijden van de jonge Werther. De Bezige Bij (vertaald door Thérèse Cornips).

Grit, D. (2010). De vertaling van realia. In T. Naaijkens, C. Koster, H. Bloemen & C. Meijer (Reds.),), Denken over vertalen: tekstboek vertaalwetenschap (pp. 189-196). Vantilt.

Hoekmeijer, N. (2019). Relatie tussen auteur en vertaler. In L. D’Hulst & C. Van de Poel (Reds), Alles verandert altijd: Perspectieven op literair vertalen (pp. 47-54). Universitaire Pers Leuven.

Jawad, H. (2007). Arabic lexical doublets: Translation strategies. Across Languages and Cultures, 8(1), 33-54.

Jossa, A. (2022). We’ve come a long way. Een descriptieve vertaalanalyse van Jason Reynolds’ Long Way Down in de Nederlandse vertaling van Maria Postema (onuitgegeven masterproef KU Leuven)

Kaindl, K. (1999). Thump, Whizz, Poom: A Framework for the Study of Comics under Translation. Target,11(2), 263-288.

Inkyoung, K. (2015). A Study on the Translation Strategies in Korean-English Children’s Literature: From the Domesticated and Foreignised Perspective. In L. Ko & P. Chen (Eds.). Translation and cross-cultural communication studies in the Asia Pacific. Brill Rodopi.

Lanoye, T. (2002). Niemands Land. Gedichten uit de Groote Oorlog. Prometheus.

Linn, S. (2019). Vertaaltransformaties. In L. D’Hulst & C. Van de Poel (Reds), Alles verandert altijd: Perspectieven op literair vertalen (pp. 97-103). Universitaire Pers Leuven.

Miedema, N. & Damsma, H. (2019). Duovertalen. In L. D’Hulst & C. Van de Poel (Reds), Alles verandert altijd: Perspectieven op literair vertalen (pp. 63-69). Universitaire Pers Leuven.

Noble, Ph. (2019). Hoe bronteksten lezen? In L. D’Hulst & C. Van de Poel (Reds), Alles verandert altijd: Perspectieven op literair vertalen (pp. 39-45). Universitaire Pers Leuven.

Pym, A. (2016). Translation Solutions for many languages: Histories of a flawed dream. Bloomsbury Academic.

Pym, A. (2018). A typology of translation solutions. The Journal of Specialised Translation, 30, 41–65.

Schäffner, C., Tcaciuc, L. S., & Tesseur, W. (2014). Translation practices in political institutions: A comparison of national, supranational, and non-governmental organisations. Perspectives, 22(4), 493–510.

Tarakcioğlu, A. Ö., & Kalipci, M. (2020). An Analysis of the Turkish Translation of Literary and Religious Allusions as a Means of Characterization in Simpsons Comics. Çeviribilim ve Uygulamaları Dergisi, 29, 161-187.

Van Campenhout, L. & Willems, I. (2019). (Zelf)revisie. In L. D’Hulst & C. Van de Poel (Reds), Alles verandert altijd: Perspectieven op literair vertalen (pp. 241-247). Universitaire Pers Leuven.

Van de Poel, C. (2019). Naslag. In L. D’Hulst & C. Van de Poel (Reds), Alles verandert altijd: Perspectieven op literair vertalen (pp. 29-37). Universitaire Pers Leuven.

Vinay, J.-P. & Darbelnet, J. (1958). Stylistique Comparée du français et de l’anglais. Didier.

Vlaar, M. (2020, 29 augustus). In Nederland op, in Engeland over het randje. De Standaard.

Vos, J. (2020). Annie M.G. Schmidt als vertaler (onuitgegeven bachelorproef KU Leuven)