Dit waren de online cursussen 2021

18 november 2021 - Onderwijs

De afgelopen maanden volgden 35 vertalers verdeeld over zes cursussen een intensief opleidingstraject bij het ELV. Het ging om vertaalcursussen in en uit het Afrikaans, in het Indonesisch, in het Frans (toneel) en om twee professionaliseringscursussen voor beginnende vertalers. De deelnemers en docenten geven een indruk van hun ervaringen.

Screenshot van de slotsessie in Teams. Iedereen heft een glas of beker en lacht.
Deelnemers, docenten en ELV-medewerkers heffen het glas (of de mok) tijdens de slotsessie.

De zes online cursussen gingen van start op 13 september met een gezamenlijke opening. De daaropvolgende negen weken bogen de cursisten zich onder begeleiding van ervaren vertaaldocenten over teksten van diverse auteurs. Ze volgden lezingen en workshops, doken in verschillende genres en aspecten van het vertalen. De deelnemers van de professionaliseringscursussen werkten aan een eigen portfolio. Op 12 november werden de cursussen afgesloten met een feestelijke slotsessie.

We vroegen de deelnemers met hun cursusgroep op te schrijven wat zij de afgelopen tijd gedaan en geleerd hebben. Ook verschillende docenten delen hun ervaringen.

Literair vertalen Afrikaans-Nederlands

De zes deelnemers aan de cursus Literair vertalen Afrikaans-Nederlands werkten onder begeleiding van Dorien de Vries, Robert Dorsman en Alfred Schaffer aan teksten van Johan Vlok Louw, Ingrid Winterbach, Chris Barnard, Jolyn Philips, Bibi Slippers, Wilma Stockenström en Nathan Trantaal.

De cursisten: 

'In twee maanden tijd hebben we enorm veel geleerd tijdens de online cursus Literair Vertalen Afrikaans-Nederlands. Wekelijks hadden we een bijeenkomst met alle cursisten waarin het vertalen in zijn algemeenheid werd belicht: van toneelvertalen tot kinder- en jeugdliteratuur, van postkoloniale literatuur tot stijl en van vertaaltheorie tot de zichtbaarheid van de vertaler, dit alles ondersteund met secundaire literatuur en webinars. 

Daarnaast hadden we wekelijks een ‘kleine’ bijeenkomst, de ene week met de cursisten Afrikaans-Nederlands onder leiding van een professionele vertaler die met ons de gemaakte vertaling besprak, de andere week was het een bijeenkomst met vertalers Nederlands-Afrikaans om kennis uit te wisselen en de te maken vertaling voor te bereiden. Dat heeft ons doen beseffen dat wij vertalers elkaar moeten opzoeken, omdat we veel van elkaar kunnen leren; een netwerk is van groot belang! 

De cursus heeft veel inzichten opgeleverd, waaronder: een gedegen kennis van het Engels is noodzakelijk, werkwoordstijden (zowel verleden als toekomende tijd) kennen geen vaste vertaalregels, zowel exotiserend als naturaliserend vertalen is mogelijk in een tekst en wordt bepaald per vertaalprobleem, het Kaaps is een variant van het Afrikaans en in de vertaling komt dat dus alleen met kleine ingrepen op de standaardtaal tot uiting.'

Docent Dorien de Vries: 

‘"I believe translating is the most intimate, most profound way of reading. A translation is a wonderful and dynamic encounter between two languages, two texts, two writers." (Jhumpa Lahiri)

Wel, in het geval van een workshop waarin zes cursisten en een docent samen een tekst te lijf gaan, kun je een nog dynamischer ontmoeting verwachten! Met veel enthousiasme hebben we gewerkt aan twee heel verschillende teksten. Tussen de beide fragmenten zaten ongeveer vier decennia en dat was aan de taal wel te merken. Het is opnieuw tot me doorgedrongen wat een uitdaging het is om te vertalen uit een taal die zo’n stormachtige ontwikkeling doormaakt. Het belangrijkste wat ik de cursisten zou willen aanraden is om vooral een breed reservoir aan informatiebronnen te onderhouden, en veel te lezen en te luisteren. Ik leerde zelf opnieuw hoe belangrijk dat is bij het vertalen van realia, om recht te doen aan een culturele context die je niet uit eigen ervaring kent.

Ik was onder de indruk van alles wat de cursisten in de rest van het programma aangeboden kregen. Vooral bij de tweede workshop was duidelijk dat ze daarmee hun voordeel hadden gedaan. Er was meer theoretisch inzicht in wat ze aan het doen waren, en daarom deden ze dat met meer overtuiging. Er werd die tweede keer ook veel meer gelachen, wat betekende dat iedereen uitbundig van het proces genoot.

De cursisten wens ik alle goeds voor hun vertaalcarrière – met vooral blijvend vertaalplezier!'

Literair vertalen Nederlands-Afrikaans

De zes deelnemers aan de cursus Literair vertalen Nederlands-Afrikaans hebben zich onder begeleiding van Daniël Hugo en Amelia de Vaal beziggehouden met teksten van Mano Bouzamour, Saskia De Coster, Gideon Samson, Raoul de Jong, Eddy van Vliet, Carmien Michels, Radna Fabias en Harry Mulisch.

De cursisten: 

'De afgelopen acht weken hebben wij als ‘vertaalstudenten’ meegewerkt aan de vertaling van vijf literaire teksten, uit verschillende genres, vanuit het Nederlands, naar het Afrikaans. De besprekingen van onze vertalingen, met Daniel Hugo en Amelia de Vaal, waren zeer informatief en waardevol. Het close reading aspect in deze discussiesessies zorgde voor een grondige bespreking van de bron- en doelteksten. De opbouwende kritiek die we kregen leerde ons enerzijds waar onze blinde vlekken liggen en wat we kunnen verbeteren, en anderzijds dat je als vertaler een dikke huid moet hebben!

Ook volgden we enkele colleges over vertaaltheorie waarvan de bijdrage van Yra van Dijk, 'Nederlandse literatuur in (post)koloniaal perspectief', een hoogtepunt was. Ook de lezing van Abdelkader Benali viel op doordat Benali in meerdere opzichten een rol speelt in het literaire veld. De cursus was intensief, maar zeer leerzaam. We willen het ELV bedanken voor de uitstekende organisatie.'

Docent Daniel Hugo:

'Vir my was dit ’n verrykende ervaring. In die eerste plek dat daar nog soveel mense is wat belangstel in Nederlands wat die afgelope drie of vier dekades in Suid-Afrika ’n volledig vreemde taal geword het, ondanks die intieme verwantskap tussen die twee tale. Nederlandse boeke word lank reeds nie meer op skool gelees nie en aan talle universiteite word die Nederlandse taal en letterkunde glad nie meer onderrig nie. In die tweede plek was dit verrykend en verrassend dat daar nog mense is – jonk en ouer – wat deur selfstudie Nederlands genoegsaam ken om literêre tekste daaruit te kan vertaal, selfs al is die Nederlandse literatuur bykans onverkrygbaar hier aan die verre suidpunt van Afrika. Maar dit is ook presies die rede waarom vertalers broodnodig is. In die derde plek het die kursusgangers uit verskillende dele van Suid-Afrika en selfs uit Namibië en Nederland my kennis van Afrikaans uitgebrei. Geen enkele spreker beheers die volle leksikale en idiomatiese spektrum van  ’n taal nie. Daarvoor is ek hulle dankbaar. In die vierde plek het die kursus my laat kennis maak met opwindende jonger Nederlandstalige skrywers (Radnia Fabias, Raoul de Jong, Carmien Michels) wat andersins buite my gesigsveld sou bly. Ten slotte: vertaling is intensiewe, eensame en soms bevreemdende arbeid. Dit het ek in die volgende gedig probeer verwoord:

Vertalerspaniek

ná ’n lang dag agter my lessenaar

stap ek uit in die tuin: die maan skyn

soos die skerm van ’n rekenaar

muskiete bly elektries drein

’n vlermuis klik vervaard

 

skielik maak niks meer sin

hoe dan moet ek dit vertaal?

 

haal jou beslaande leesbril af

en die wêreld word normaal

Mag die kursusgangers een en elk binnekort kollegavertalers word.'

Literair vertalen Nederlands-Indonesisch

De zes deelnemers aan de cursus Literair vertalen Nederlands-Indonesisch werden in de vertaalateliers begeleid door Maya Liem, Indira Ismail en David Colmer. De teksten die centraal stonden komen uit het werk van Dido Michielsen, Arthur Japin, Gerda Dendooven, Mano Bouzamour, Raoul de Jong, Carmien Michels en Radna Fabias. 

De cursisten: 

'In deze cursus behandelden we:

  • met welke factoren we rekening moeten houden om een vertaalstrategie te bepalen;
  • lezingen van ervaren vertalers over o.a. hoe we ons tegenover de invloed van uitgevers kunnen opstellen, want zoals in één van de lezingen gesteld werd draagt de vertaler de (artistieke) verantwoordelijkheid van de vertaling en dat er daarom eigenlijk niets veranderd mag worden zonder instemming van de vertaler;
  • de zakelijke kant van ons beroep, zichtbaarheid en het belang van netwerken;
  • hoe waardevol vertaalateliers en discussies zijn: wij leren van elkaar over de vertaalaanpak, naslagwerken en research;
  • een diversiteit aan vertaalopdrachten, hierdoor krijgen we een inkijk in de huidige Nederlandstalige literatuur en maken we kennis met auteurs met een migratieachtergrond;
  • de verrassende vertaalopdracht Jaguarman van Raoul de Jong: voor ons was het een uitdaging omdat het hier om de traditionele Surinaams religie en bovenmenselijke krachten gaat.'

Docent Maya Liem:

'In de cursus literair vertalen Nederlands-Indonesisch 2021 heb ik het atelier van de onderdelen fictie en poëzie mogen begeleiden. Wat mij het meest is bijgebleven, is de noodkreet: HELLPP! Dit stond als een van de discussiepunten voor de vertaling van het gedicht Adam Spoelt Aan uit de bundel Habitus van Radna Fabias. De cursist geeft hiermee exact weer hoe radeloos of onzeker iedereen werd met dit gedicht als huiswerk. Wat betekent dit ‘post-mo’ gedicht? Wat is het verband tussen de ene en de andere regel? Wat is een ‘knapzak’? Waarom heeft Adam maskers? Wat wordt trouwens met ‘masker’ bedoeld?

Wel begrijpelijk die verwarring, als je nooit eerder een gedicht hebt vertaald. En dan beginnen met een gedicht dat alle zekerheden en logica ondersteboven haalt. Gelukkig heeft David Colmer, die co-moderator was tijdens het atelier, enige verheldering kunnen geven met zijn Engelse vertaling van het gedicht. Het neemt niet weg dat ik dit ter lering moet nemen en bij een volgende cursus liever voor een ‘rustiger’ gedicht moet kiezen. En dit het liefst ondersteund met meer theorie voor het vertalen van gedichten.'

Masterclass Nederlands-Frans (toneel)

De vijf deelnemers aan de Masterclass Nederlands-Frans (toneel) gingen onder begeleiding van Esther Gouarné en Mike Sens aan de slag met teksten van Jibbe Willems, Bastiaan Vandendriessche, Jan Sobrie & Raven Ruëll, Magne van den Berg, Saman Amini & Nima Mohagegh en Maria Goos. 

De cursisten: 

'Deze cursus was ontzettend leerrijk. De lezingen hebben ons inzicht gegeven in veel aspecten van het vertalen. De vijf verschillende toneelstukken waaruit we fragmenten moesten vertalen, behoorden telkens weer tot een ander genre – zeer interessant om voeling te krijgen met de diversiteit van wat er tegenwoordig wordt gespeeld: meer literaire toneelteksten, een monoloog, een levendig verhaal met kinderen in de hoofdrol…

Een belangrijk inzicht is dat de toneelvertaler niet moet aarzelen om zijn vertaling te “naturaliseren” waar nodig, om zowel empathie als identificatie bij het publiek te bevorderen. Daarbij moet hij/zij zich vooral vragen wat de functie is van een bepaalde keuze van de auteur. Ook belangrijk: een toneeltekst is maar een schakel in het productieproces tussen auteur en publiek, anders dan bijvoorbeeld een roman, die een “eindproduct” is. De toneeltekst dient als levend materiaal voor de opvoering, en de vertaling moet nog voldoende ruimte geven aan de regisseur en/of acteurs voor eigen interpretatie.'

Docent Esther Gouarné:

'Het is heel mooi om tijdens een atelier een tekst in detail te kunnen bekijken. Wij plaatsen de originele tekst onder de microscoop, en we belichten die door de verschillende vertalingen er tegenover te zetten. Op die manier is elke vertaling een spot die telkens een ander licht geeft op de tekst. Dat is dus zeer leerrijk. Zo heb ik de teksten beter kunnen begrijpen: de structuur, de « lignes de force », worden dankzij dit naar boven gehaald.

We hebben onze visies en onze gevoelens besproken, en heel veel zinnen meerdere keer gelezen – luidop. Luidop lezen vind ik inderdaad een belangrijke sleutel als het over de vertaling van theaterteksten gaat. Het origineel en de vertaling luidop lezen, zinnen luidop uitspreken helpt enorm om de toon en de registers te vinden, en om zich de personages te kunnen inbeelden. 

Door alle verschillende vertalingen met elkaar te vergelijken, besef ik nog meer dat (theater)vertaling echt een ambachtelijk beroep is. We zijn met woorden en zinnen aan het knutselen. En tijdens ateliers besef je hoe een woord verplaatsen, wegdoen of vervangen de toon/impact/betekenis van een zin helemaal verandert. We focussen zowel op inhoud als op ritme en muzikaliteit. Dit is heel boeiend, en dankzij de cursisten - met hun verschillende achtergronden en gevoeligheden - heb ik eigenlijk mijn eigen praktijk beter kunnen begrijpen.

De vraag die ik tijdens de ateliers vaak stelde was: Wat is de functie van elk element binnen de tekst? Als ik daar een antwoord op kan formuleren kan ik mijn vertaalkeuzes op basis daarvan ook gaan maken. Dit vonden de cursisten een goede tip, die helpt om actief naar de tekst te kijken. Woordenkeuze, vorm, register, naam, regie-aanwijziging… Wat is de impact van elk element binnen het geheel?'

Professionalisering van de beginnend vertaler (in en uit het Nederlands)

Twaalf deelnemers volgden verspreid over twee groepen (in en uit het Nederlands) de cursus Professionalisering van de beginnend vertaler. De focus lag bij deze cursus minder op het vertalen zelf, maar vooral op de professionele bekwaamheid van de literair vertaler. Daarbij kwamen onderwerpen aan bod zoals: het literaire veld waarin je als vertaler actief bent, ondernemerschap, zichtbaarheid, de literair vertaler als intercultureel ambassadeur, onderhandelen, pitchen en meer. Zij werden begeleid door Chris Van de Poel, Lidewijde Paris en Michele Hutchison. Bij verschillende onderwerpen kregen de deelnemers daarnaast workshops en begeleiding van andere vertalers en professionals uit het veld.

Deelnemer Irina Anton geeft een mooie indruk van wat het professionaliseringstraject kan opleveren: 

'Het is moeilijk om de belangrijkste leermomenten van deze cursus te kiezen, er waren talloze momenten waarvan ik met volle teugen heb genoten. De inspirerende dialoog met Lidewijde Paris die ons toonde hoe een uitgever denkt en hoe wij ons boek het beste kunnen pitchen. De lezing van Kevin Absilis die een overzicht van de Nederlandstalige literatuur van vandaag schetste. De onderlinge sessies, waarin we nieuwe dingen van elkaar leerden (waaronder praktische tips, vertaalopvattingen, de verschillen tussen onze brontaal- en doeltaalgebieden). 

Ik moet nu toegeven dat ik nogal sceptisch reageerde toen wij elkaars brontekst moesten analyseren om potentiële vertaalproblemen te identificeren en op te lossen. “Hoe kun je de moeilijkheden ontdekken als je de doeltaal niet kent?” dacht ik. Aan het eind van de sessie werd ik met de neus op de feiten gedrukt en moest ik beschaamd toegeven dat de suggesties en opmerkingen van de anderen relevant en zelfs heel nuttig zijn geweest.  

Maar het nut van deze cursus is groter dan de verzamelde kennis van artikels en lezingen. Het gaf mij nieuwe inzichten in mijn werk en meer zelfvertrouwen dan ik ooit had. Het was een goede gelegenheid om na te denken over wie ik ben als vertaler en wat voor keuzes mij kenmerken. Ik realiseerde mij dat mijn werk belangrijk en veelzijdig is. Als vertaler ben je de trouwe dienaar die de auteur gehoorzaamt, maar je moet ook creatieve oplossingen vinden, konijnen uit de hoge hoed toveren. Je respecteert de inhoud van het origineel, maar je maakt toch geen kopie van de oorspronkelijke tekst, wel een transmutatie in een nieuwe culturele context. Je beheerst zowel de brontaal als de doeltaal en je bent bekend met zowel het brontaal- als het doeltaalgebied (cultuur, mentaliteit).

Je moet op de hoogte zijn van de nieuwe tendensen maar ook de klassiekers uit je hoofd kennen. Indien nodig, ben je een bemiddelaar of een culturele ambassadeur die de uitgeverijen nieuwe boeken en auteurs voorstelt en dat doe je ook met een glimlach, terwijl je lezingen geeft, af en toe ook commerciële vertalingen maakt en jouw jongere collega’s helpt. Daarom vind ik het geen optie, maar een plicht om mijn eigen waarde te kennen en zichtbaar te worden. De tijd van de passieve vertaler, die als een romantische figuur alleen met brood en boeken leefde, is voorbij. Ik wil de plusklussende vertaler zijn, die voor iedere opdracht vecht en zich niet schaamt om zijn vertalingen te promoten.

Voordat ik dit ging schrijven, vielen mijn ogen op een interview in het Portugees van 7 november 2021 met Ilja Leonard Pfeijffer over Grand Hotel Europa. Er waren meer dan 1600 woorden, maar geen vermelding van de vertaalster, Leonor Raven-Gama de Oliveira Gomes. Zij reageerde bitter op mijn bericht: “Helaas raak ik eraan gewend om nergens vermeld te worden. Het is niet anders: het boek vertaalt zichzelf, blijkbaar.”'

Docent Chris Van de Poel:

'Het professionele aspect van het vertalerschap brengt veel onzekerheden mee: het gaat om kennis, vaardigheden, een houding die je pas als startend vertaler geleidelijk begint te ontwikkelen. Tijdens het professionaliseringstraject werden handvatten aangereikt, die aanleiding gaven tot veel interactie, tot de juiste vragen, tot het verkennen van mogelijkheden – zo raakte de groep in de loop van de weken steeds meer georiënteerd, al zullen sommige verworvenheden pas bij bepaalde ervaringen of in specifieke omstandigheden op hun plaats vallen. De rol, de rollen die een vertaler kan opnemen, gingen zich duidelijker aftekenen, met meer kans op slagen als toekomstig vertaler en ondernemer. Want ondernemer, dat is elke vertaler – in mindere of meerder mate – selectief of voluit – zichtbaar of net dat ietsje minder zichtbaar.

Tijden veranderen – alles verandert altijd – de beginnende vertaler van nu heeft een andere vorming genoten en is binnen een andere context actief dan vorige generaties vertalers. Leren uit hún metier is belangrijk, maar als beginnend vertaler moet je ook aan de slag durven met het eigen vermogen, met het potentieel van de eigen generatie.

We wensen de groep veel energie en inspiratie toe – bij het werk en in de contacten; een natuurlijke vastberadenheid, blijvend gevoed door de liefde voor het vak; en een grote mentale weerbaarheid, want tegenvallers komen er toch. Loopbanen van literaire vertalers komen traag op gang, waarbij externe factoren of omstandigheden vaak bepalend zijn – het komt erop aan niet opnieuw in de greep te komen van onzekerheden, maar met inzicht en durf initiatief te nemen.'

Screenshot van een Teams-bijeenkomst van de cursus Professionalisering. Je ziet 16 lachende gezichten van deelnemers en panelleden.
Sessie over ondernemen met gasten Anna Eble, Charlotte Pothuizen en Staša Pavlović in de Professionaliseringscursussen 2021.
Screenshot van de openingssessie met alle cursisten. Iedereen zwaait.
De openingssessie met deelnemers aan de zes cursussen en medewerkers van het ELV.