Technologie en vertaalcompetentie in het literaire veld
Beroepsbekwaam ben je als je beschikt over de kennis, vaardigheden en houding die je nodig hebt om een specifiek beroep uit te oefenen. Van vertalers wordt ook verwacht dat ze bepaalde technologie in de vingers hebben. Welke technologische vaardigheden zijn onmisbaar voor een vertaler?
Vertalers bevolken de wereld al millennia. Het prestige dat in die millennia aan het beroep verbonden is geweest, heeft veel geschommeld en verschilt sterk per cultuur. Het prestige dat een vertaler tegenwoordig in Westerse landen geniet, is volgens de vertalersgemeenschap zelf relatief laag.1 Dit heeft ook te maken met een relatief zwakke professionele profilering. De laatste jaren zijn er verschillende initiatieven ontplooid om professionalisering op gang te brengen.2
Professionalisering is het oogmerk van veel beroepscompetentieprofielen die recent zijn ontwikkeld. In competentiemodellen worden de kennis, vaardigheden en houdingen opgesomd die een vertaler nodig heeft om vertalingen van hoogwaardige kwaliteit te kunnen produceren én – dit wordt nog weleens over het hoofd gezien in competentiemodellen met een engere focus – om producten daarvan aan de man te brengen.
In de vertaalwereld zijn tal van competentiemodellen uitgewerkt, maar het is opvallend te noemen dat die modellen vooral van toepassing zijn op ‘algemeen’ of ‘zakelijk’ vertalen.3 De eisen die in de literaire context aan beroepsbekwaamheid worden gesteld, zijn uitgewerkt in het ‘PETRA-E framework for the education and training of literary translators’.
PETRA-E-model
Het kader PETRA-E is voortgevloeid uit de Leerlijn Literair Vertalen die het Expertisecentrum Literair Vertalen eerder heeft ontwikkeld. Acht instellingen, waaronder Nederlandse en Vlaamse instellingen als de Universiteit Utrecht, Katholieke Universiteit Leuven en Taalunie, hebben het kader uitgewerkt. Het kader steunt op de expertise en ervaring van vertalers en vertaaldocenten en -onderzoekers. Het kader telt in totaal acht competenties:
- Transfercompetentie
- Talige competentie
- Tekstuele competentie
- Heuristische competentie
- Literair-culturele competentie
- Professionele competentie
- Evaluatieve competentie
- Onderzoekscompetentie
Het idee achter dit competentiemodel is dat een vertaler al deze competenties moet verwerven om beroepsbekwaam te zijn. Het model kan dus ook worden ingezet als middel tegen beunhazerij. In principe mag iedereen zich literair vertaler noemen. Middels een competentiemodel kan er duidelijk worden gemaakt dat er een onderscheid bestaat tussen mensen die twee talen (in enige mate beheersen) en literair vertalers, oftewel: de specialisten bij wie je moet aankloppen voor een kwalitatief hoogstaande literaire vertaling. Daarom wordt het model ook gehanteerd in het vertaalonderwijs, bij het bepalen van de eindtermen van opleidingen tot literair vertaler.
Van literair vertalers wordt ook verwacht dat zij technologisch vaardig zijn. Toch spreekt uit de lijst met competenties hierboven geen duidelijke verwachting met betrekking tot de concrete technologische vaardigheden van literair vertalers. Waar andere gezaghebbende vertaalcompetentiemodellen, zoals het European Master’s in Translation Competence Framework, al jaren gewag maken van een ‘technologische competentie’, daar schittert de term hier door afwezigheid.
Technologische competentie in PETRA-E
Eén blik op de competentiebeschrijvingen volstaat om te begrijpen dat technologie wel degelijk een rol van betekenis speelt in het professionele leven van literair vertalers. Het grootste technologische gewicht wordt in de beschrijving van de heuristische competentie aangetroffen:
Het vermogen om op een efficiënte manier de talige en thematische kennis te verzamelen die nodig is om een brontekst te begrijpen en een doeltekst te produceren; het vermogen naslagwerken en digitale informatiebronnen efficiënt te gebruiken; het vermogen tekstkritiek te beoefenen, tussen verschillende tekstedities te differentiëren en de consequenties voor de productie van een doeltekst in te zien.4
Het kader verwijst dus naar ‘digitale informatiebronnen’, waarmee vertalers gaten in hun kennis kunnen opvullen. Toch laat de beschrijving verrassend veel ruimte voor traditionele bronnen.5 De echte relevantie van de technologische competentie komt niet naar voren in die term ‘digitaal’, maar in de typering van de wijze waarop kennis wordt verzameld en waarop bronnen dienen te worden gehanteerd. Vergelijk de volgende situaties:
Vertaler 1 en vertaler 2 willen weten wat het woord ‘schrikken’ betekent in de zin: ‘Giet het kokende water af en laat de tomaten schrikken’.
Situatie: Vertaler 1 pakt een verklarend woordenboek, bladert door tot de S, gaat op zoek naar de verschillende betekenissen van het woord ‘schrikken’ en ziet – op een dikbedrukt velletje papier – een voorbeeld met toelichting staan: ‘eieren laten schrikken’. Hebbes!
Situatie: Vertaler 2 opent een venster, typt in de zoekbalk ‘schrikken’, scrolt door de accepties en voorbeelden en treft daar – overigens op een pagina met een relatief ‘cleane’ bladspiegel en opmaak – het voorbeeld met toelichting: ‘eieren laten schrikken’. In the pocket!
Hoewel beide vertalers dezelfde handeling verrichten, zal vertaler 2 sneller (lees: ‘efficiënter’) kennis hebben vergaard. Bovendien zijn heuristische handelingen zelden geïsoleerde handelingen: er is een kans dat de vertaler de term nu ook moet opzoeken in de doeltaal, dat de vertaler parallelteksten wil raadplegen om het gebruik in de doelcultuur te verifiëren etc. Al deze handelingen vergen een flinke inspanning als ze zonder digitale hulpmiddelen worden verricht.
Technologische subcompetenties in PETRA-E
Bij de heuristische competentie worden ook subcompetenties vermeld en op verschillende niveaus uitgewerkt:
- Vermogen om te zoeken naar referentiemateriaal
(Niveau 1: kan referentiemateriaal vinden; Niveau 2: kan specialistisch referentiemateriaal vinden) - Vermogen om te zoeken op het internet
(Niveau 1: kent digitale tools; Niveau 2: kan digitale tools gebruiken) - Vermogen om referentiemateriaal te gebruiken
(Niveau 1: kan digitale zoekstrategieën toepassen; Niveau 2: kan digitale zoekstrategieën vertaalrelevant toepassen) - Vermogen om bronteksten te documenteren
(Niveau 2: kan referentiemateriaal gebruiken; Niveau 3: kan referentiemateriaal vertaalrelevant inzetten) - Vermogen om te differentiëren tussen tekstedities
(Niveau 2: kan onderscheiden tussen tekstedities; Niveau 3: kan met tekstedities vertaalrelevant omgaan) - Gebruik van kritische apparaten
(Niveau 2: kan kritische apparaten gebruiken)6
Hoewel er veel over deze subcompetenties en descriptoren kan worden gezegd, wordt er in het model opvallend weinig gezegd over concrete technologische kennis en vaardigheden die bij een literair vertaler worden verondersteld. Vooral relevant lijkt de verschuiving in de doelgerichtheid op verschillende niveaus en in de functionaliteit van een handeling. Dit zwijgen over concrete kennis en vaardigheden (bijvoorbeeld over digitale tools, over digitale informatiebronnen) is veelbetekenend. Enerzijds biedt het kader nu ruimte aan de verschillende vormen van literair vertalen. Anderzijds lijkt ze ook een gebrek aan consensus over concrete kennis en vaardigheden toe te dekken. Een ‘digitale tool gebruiken’ kan veel verschillende dingen betekenen. Vergelijk de volgende situaties, waarin het gebruik van een zoekmachine (Google, Bing, Ecosia) wordt toegelicht:
Vertaler 1 en vertaler 2 hebben in het vertalend woordenboek ‘rafraîchir’ als vertaling van ‘schrikken’ aangetroffen. Ze willen het gebruik van de term met een zoekmachine verifiëren.
Situatie: Vertaler 1 opent een zoekmachine in een tabblad, geeft ‘rafraîchir’ als zoekterm in, doorzoekt de zoekresultaten en concludeert dat ‘rafraîchir’ als gastronomische term wordt gebruikt. Tsjakka!
Situatie: Vertaler 2 opent een zoekmachine in een tabblad, geeft ‘”rafraîchir” AND “gastronomie”’ in, voegt ‘site:fr’ toe, doorzoekt de zoekresultaten en concludeert dat ‘rafraîchir’ als gastronomische term wordt gebruikt. Sweet!
Van beide vertalers kan er gesteld worden dat ze de digitale tool ‘zoekmachine’ kunnen gebruiken. Toch zit er een groot verschil in het gebruik van de machine. Vertaler 2 gebruikt de tool veel efficiënter door enkel sites te selecteren die ‘rafraîchir’ in een gastronomische context vermelden en door na te gaan of de term wel in Frankrijk gebruikt wordt. Bij vertaler 1 is er namelijk een kans dat deze de term aantreft (en overneemt), maar dat de term bijvoorbeeld enkel in Canada (site:ca) wordt gebruikt.7 Door descriptoren als ‘kan digitale tools gebruiken’ niet concreter voor te stellen, verwacht je dus niet van elke vertaler dat deze een zoekmachine (of een andere specifieke tool) kan bedienen en de zoekoperatoren van die zoekmachine in de vingers heeft.
Technologie in de toekomst
Veel vertaalcompetentieprofielen die rond 2010 zijn ontwikkeld, zijn al een keer herzien. Dat heeft hoofdzakelijk te maken met technologisering.8 Vertaling verandert. In de herziene versies van competentiekaders wordt daarom steeds meer ruimte ingelast voor technologie. Op het moment van schrijven is er een werkgroep van het PETRA-E-netwerk naarstig aan het sleutelen aan een vernieuwd framework. Een heikel punt is technologie. Er zijn ook deze keer weer tal van technologische vaardigheden als onmisbaar aangemerkt. Het ziet ernaar uit dat de lijst met technologische vaardigheden daadwerkelijk wordt uitgebreid, ook omdat technologische vaardigheden in de huidige digitale wereld niet meer van deontologie kunnen worden losgekoppeld.9 Toch sneuvelen er ongetwijfeld weer veel vaardigheden, of wordt er gekozen voor paraplubegrippen om een specifieke typering van technologische competentie tegen te gaan.
Hoe dan ook lijkt iedereen inmiddels doordrongen van het toenemende belang van technologie, ook in de literaire vertaalwereld. Technologische competentie is, zoals de voorbeeldsituaties uit dit stuk hebben aangetoond, bij uitstek een subcompetentie van het vertalen die de literair vertaler in staat stelt om ontbrekende subcompetenties te compenseren. Dat de technologische (sub)competentie voor een deel als ‘compensatiecompetentie’ kan worden gekenmerkt, blijkt telkens als een vertaler een deeltje van de brontekst niet snapt (zie: talige competentie), als deze een intertekst bevroedt maar niet weet aan welke tekst er wordt gerefereerd (zie: literair-culturele competentie), als deze wil nagaan of er een aanvullende beurs voor een project kan worden aangevraagd (zie: professionele competentie), etc.10 De vertaler doet er dus verstandig aan de technologische competenties te scherpen en scherp te houden. Al moet natuurlijk worden opgemerkt dat technologie van generlei nut blijkt als er geen goede literaire en taalkundige basis ligt.
Voetnoten en leestips
1 Opvallend is het contrast tussen zelfperceptie en maatschappelijke perceptie. De status van vertalers wordt door vertalers zelf gemiddeld tot laag ingeschat, terwijl maatschappelijk onderzoek juist wijst op een gemiddeld tot hogere status. Zie: Ruokonen, M. & E. Svahn (2021). Comparative research into translator status: Finland and Sweden as a case in point. Perspectives: Studies in Translation Theory, 30,5, pp. 859-975. Onderzoeken naar maatschappelijke status zijn enigszins gedateerd: Ganzeboom, B.G. & Donald J. Treiman (1996). Internationally comparable measures of occupational status for the 1988 international standard classification of occupations. Social Science Research 25, pp. 201–239.
2 Het Expertisecentrum Literair Vertalen is zelf een vrucht van deze initiatieven. In het missiestatement van het ELV staat: ‘[Het ELV] draagt bij aan de professionalisering van literair vertalers in en uit het Nederlands en helpt hen bij het versterken van hun positie’ (2020: 5). Zie Expertisecentrum Literair Vertalen (2020). Beleidsplan 2020-2024). Geraadpleegd van https://literairvertalen.org/sites/default/files/documents/2020-05/beleidsplan_expertisecentrum_literair_vertalen_2020_2024_def.pdf (19 september 2022)
3 Om maar een paar voorbeelden te noemen: het PACTE-kader, het TransComp-model en het EMT-framework.
4 Het betreft hier een citaat uit de Nederlandse versie van het PETRA-E-framework. Geraadpleegd van: https://literairvertalen.org/leerlijn (19 september 2022).
5 Zie Van de Poel, C. (2019). Naslag. In D’hulst & C. Van de Poel (red.), Alles verandert altijd. Perspectieven op literair vertalen (pp. 29-38). Leuven: Universitaire Pers Leuven. Geraadpleegd van: https://literairvertalen.org/index.php/kennisbank/naslag-0 (19 september 2022).
6 Ook hier wordt gerefereerd aan de Nederlandse versie van het PETRA-framework. Geraadpleegd van: https://literairvertalen.org/leerlijn (19 september 2022).
7 Efficiënt zoeken op het internet is een thema dat door Ewoud Sanders uitgebreid wordt behandeld. Zie Sanders, E. (2015). Slimmer zoeken op het internet. Amsterdam: Xander. Zie ook: Sanders, E. (2011). Eerste hulp bij e-onderzoek voor studenten in de geesteswetenschappen: Slimmer zoeken, slimmer documenteren. Amsterdam: Early Dutch Books. Geraadpleegd van: Eerste Hulp Bij e-Onderzoek (universiteitleiden.nl)(22 oktober 2022).
8 ‘Technologie’ is, zoals Toudic en Krause in het voorwoord van het herziene EMT-kader stellen, de voornaamste reden voor de herziening van het kader uit 2009. Zie: European Master’s in Translation Expert Group (2017). European Master’s in Translation Competence Framework 2017 (p. 2). Geraadpleegd van: https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/emt_competence_fwk_2017_en_web.pdf (19 september 2022).
9 Duncan Large, huidig voorzitter van het PETRA-E-netwerk, gaf tijdens een lezing in Oslo aan dat er flink gesteggeld wordt over de plaats van technologie in het PETRA-E-competentiemodel. Large, D. (2022). Translator Ethics and the PETRA-E Framework. Paper gepresenteerd tijdens EST Congress 2022: Advancing Translation Studies. Oslo, Noorwegen.
10 In een Vrijdag Vertaaldag-column vergeleek ik vertaalcompetenties al met communicerende vaten. Met de vulling van het vat van de heuristische competentie kan er voor tekorten in andere vaten worden gecompenseerd. Zie Van Egdom, G.W. (2021). Prothetiek van de vertaling. WEBFilter. Geraadpleegd van: https://www.tijdschrift-filter.nl/webfilter/vrijdag-vertaaldag/2021/week-4-gys-walt-van-egdom (19 september 2022).